De Centrale voor kredieten aan particulieren: de belangrijkste evoluties in 2006

Print versie  (pdf - 31k)

Op 31 december 2006 zijn er meer dan 7,1 miljoen kredietovereenkomsten, afgesloten door 4,6 miljoen personen (55 % van de meerderjarige bevolking), geregistreerd in de Centrale voor kredieten aan particulieren. In vergelijking met vorig jaar is dit een stijging van respectievelijk 5,1 en 2,7 %.

De kredietopeningen alleen maken 44,8 % van het totale aantal contracten uit. Ze worden gevolgd door de hypothecaire kredieten met een aandeel van 29,8 % en de verkopen en leningen op afbetaling die samen goed zijn voor 25,3 %. Deze verhoudingen zijn gelijkaardig aan die van het jaar voordien.

Het gemiddeld bedrag van de hypothecaire kredieten bedraagt 69 963 euro, hetgeen een toename met 6,7 % is vergeleken met eind 2005. Deze stijging kan grotendeels verklaard worden door de stijging van de prijzen van onroerende goederen en door de lage interestvoeten waardoor het budgettair draaglijk wordt om een groter kapitaal te ontlenen. Bij de leningen op afbetaling is het gemiddeld bedrag per contract 14 447 euro (+ 5,1 %). Bij de verkopen op afbetaling en de kredietopeningen varieert het gemiddeld kredietbedrag licht en bedraagt het respectievelijk 5 987 euro ( - 1,0 %) en 2 799 euro (+ 2,8 %).

Terwijl het aantal geregistreerde kredietovereenkomsten en kredietnemers toeneemt, daalt daarentegen het aantal achterstallige contracten en personen in vergelijking met vorig jaar. Deze daling, die begonnen is in 2003, is onder andere het gevolg van de inwerkingtreding van de Centrale voor kredieten aan particulieren in datzelfde jaar.

Op 31 december 2006 telt de Centrale 492 177 kredietovereenkomsten met een betalingsachterstand, al dan niet geregulariseerd in de loop van het jaar ( - 1,8 %) en 337 755 achterstallige kredietnemers ( - 1,5 %), zijnde 4,1 % van de meerderjarige bevolking. Het aantal niet-geregulariseerde contracten neemt nog sterker af (414 720 kredietovereenkomsten, - 3,0%) en deze daling gaat gepaard met een vermindering van het achterstallig bedrag, dat in het totaal 1,77 miljard euro beloopt ( - 3,9 %). De meeste betalingsmoeilijkheden worden vastgesteld bij de leningen op afbetaling (2,1 % van de meerderjarige bevolking), gevolgd door de kredietopeningen (1,9 % van de meerderjarige bevolking).

Eind 2006 zijn er 57 328 berichten van toelaatbaarheid van collectieve schuldenregeling in de Centrale geregistreerd, zijnde 7 673 meer dan het op het einde van het jaar voordien (+ 15,5 %). Drie op de tien personen die opgenomen zijn met een collectieve schuldenregeling, is met geen enkel achterstallig krediet in de Centrale geregistreerd, hetgeen betekent dat deze personen op deze procedure beroep doen voor andere dan kredietschulden.

In de loop van 2006 hebben de kredietgevers de Centrale 9,7 miljoen keer geraadpleegd, terwijl er 117 450 aanvragen werden behandeld van consumenten die hun persoonlijke gegevens wensten te kennen.

Een statistische brochure met gedetailleerde gegevens over de Centrale voor kredieten aan particulieren op 31 december 2006 is beschikbaar op de internetsite van de Nationale Bank van België.

Statistische brochure  (pdf - 197k)