5.3. Governanceregels voor Belgische beursvennootschappen en Belgische beleggingsholdings die deel uitmaken van groepen uit derde landen

De governanceregels in punt 5.2. hierboven zijn mutatis mutandis van toepassing op groepen uit derde landen.

5:20 Overeenkomstig de artikelen 189 en 190 van de toezichtswet beursvennootschappen moeten groepen uit derde landen waarvan de activiteiten via dochterondernemingen in de Europese Unie de drempel van 40 miljard EUR overschrijden, een intermediaire moederonderneming in de Europese Unie oprichten. De oplegging van deze verplichting moet een meer omvattend toezicht op de activiteiten in de Europese Unie mogelijk maken en de afwikkeling vergemakkelijken. Wanneer een dergelijke intermediaire moederonderneming in de Europese Unie is opgericht, zijn de regels die gelden voor Europese bankgroepen van toepassing.