4.4.1. Kader voor interne controle

Wettelijk en regelgevend kader:

  1. Toezichtswet beursvennootschappen: art. 17, § 1, 2°
  2. NBB-reglementen:
    • Reglement van 19 mei 2015 betreffende de interne controle en de interne auditfunctie
  3. Relevante thematische NBB-circulaires:
  4. .Internationale referentiedocumenten:
    • Richtsnoeren EBA/GL/2021/14 van 22 november 2021 inzake interne governance overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/2034 => paragrafen 129 tot en met 138

 

4:140 De vennootschap ontwikkelt en handhaaft een cultuur die een positieve houding jegens risicobeheersing en compliance binnen de vennootschap aanmoedigt, evenals een robuust en alomvattend kader voor interne controle.

4:141 Het kader voor interne controle van de vennootschap dient op individuele basis te worden aangepast aan het specifieke karakter van haar activiteiten, haar complexiteit en de bijbehorende risico’s, rekening houdend met de groepscontext. De vennootschap dient de uitwisseling van de nodige informatie zodanig te organiseren dat elk beleidsbepalend orgaan, elk bedrijfsonderdeel en elke interne eenheid, waaronder elke onafhankelijke controlefunctie, in staat is zijn/haar taken uit te voeren. Dit betekent bijvoorbeeld dat passende informatie moet worden uitgewisseld tussen de bedrijfsonderdelen en de compliancefunctie (met inbegrip van de AMLCO), evenals tussen de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties op groepsniveau en het wettelijk bestuursorgaan van de vennootschap.

4:142 De vennootschap dient adequate beleidslijnen, procedures en processen voor interne controle op te stellen, te handhaven en regelmatig bij te werken. Van kleine beursvennootschappen wordt voor deze beleidslijnen, procedures en processen een lagere verfijningsgraad verwacht.

4:143 Voor nadere informatie over het kader voor interne controle zij verwezen naar de paragrafen 129 tot en met 138 van de richtsnoeren EBA/GL/2021/14.