Het jaarlijks financieel verslag en het specifiek boekhoudkundig kader van de Bank
Vraag besproken op de algemene vergadering van 2009
Het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt legt beursgenoteerde ondernemingen een aantal verplichtingen op inzake periodieke informatieverstrekking, waaronder de bekendmaking van een jaarlijks financieel verslag conform de bepalingen van artikel 12 van dit koninklijk besluit.
Deze bepalingen zijn niet toepasselijk op de Bank. Artikel 18, § 1, 1° van het KB -dat trouwens een letterlijke omzetting is van artikel 8, 1, a) van de Europese Transparantierichtlijn (2004/109/EG)- bepaalt uitdrukkelijk dat de verplichtingen inzake periodieke informatie niet van toepassing zijn op "de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de lidstaten, ongeacht of deze al dan niet aandelen of andere effecten uitgeven".
De Bank is immers in de eerste plaats een centrale bank en pas daarna een beursgenoteerde vennootschap. Als centrale bank, lid van het Eurosysteem, is zij onderworpen aan een aangepast boekhoudkundig kader, waarvan het overgrote deel van de regels, inclusief waarderingsregels, dwingend zijn vastgesteld door het Eurosysteem. Dat is verantwoord gelet op de specifieke taken van algemeen belang, in het bijzonder de tenuitvoerlegging van het monetair beleid, waarmee de centrale banken van het Eurosysteem zijn belast.
Dit specifieke boekhoudkundige kader wordt toegelicht in de eerste bladzijden van de toelichting bij de jaarrekening (p. 67-75 van het Ondernemingsverslag 2008).