De Nationale Bank publiceert haar Financial Stability Report: geen veerkracht zonder waakzaamheid

Zoals autoconstructeurs hun wagens van kreukelzones voorzien om schokken op te vangen, zo zorgt de NBB ervoor dat ons financiële stelsel uitdagingen aankan zonder dat de belangrijkste economische functies ervan in het gedrang komen. Hoe stabiel ons financiële stelsel is, en hoe beleidsbeslissingen van de NBB daartoe bijdragen, lees je het in het Financial Stability Report en in het Macroprudentieel verslag, die de NBB vandaag publiceert. De voornaamste conclusie: onze financiële sector verkeert in goede gezondheid. Om de veerkracht van de financiële sector ook in de toekomst veilig te stellen, heeft de NBB in 2023 een aantal bijkomende acties ondernomen.

Financiële sector: veel veerkracht, maar…

De voorbije jaren heeft de Belgische economie zich heel veerkrachtig getoond tegenover belangrijke schokken zoals de pandemie, de Russische inval in Oekraïne in 2022, de snelle stijging van de inflatie en de aanzienlijke verstrakking van het monetaire beleid. Zo is de economie zacht kunnen landen (‘soft landing’), met een inflatie die terugkeert naar 2% over de middellange termijn en zonder grote gevolgen voor bijvoorbeeld het aantal bedrijfsfaillissementen of de werkloosheidsgraad.

Ook de Belgische financiële sector toonde zich van haar meest veerkrachtige kant. Onder meer dankzij hun aanzienlijke kapitaal‑ en liquiditeitsreserves bleken de Belgische financiële instellingen zeer goed bestand tegen de turbulenties in de eerste helft van 2023, veroorzaakt door de problemen in de Amerikaanse en Zwitserse banksector.

Die buffers staan nog steeds op een hoog peil. Dat maakt de financiële instellingen weerbaar tegen eventuele nieuwe schokken. Die gezonde solvabiliteitspositie wordt ook ondersteund door de goede, zij het niet buitensporige, winstgevendheid van de Belgische bank- en verzekeringssectoren in 2023, met een rendement op eigen vermogen van respectievelijk 12 % en 11 %.

Toch heeft de Bank een aantal acties ondernomen die de toekomstige veerkracht van de Belgische financiële instellingen moeten veiligstellen. Concreet gaat het om specifieke risicoanalyses en macroprudentiële beleidsmaatregelen en aanbevelingen, waarover meer informatie hieronder.  

 

Woningmarkt: scherpe, ordelijke correctie

De stijging van de hypotheekrente vanaf midden 2022 leidde tot een geleidelijke daling van de woningverkopen en van de kredietverlening aan gezinnen. Die laatste groeide nog 1,6 % op jaarbasis, ruim boven het gemiddelde in het eurogebied (0,3 %). De automatische loonindexering speelde hier in het voordeel van de Belgische gezinnen, net zoals de gematigde verlenging van de looptijden voor nieuwe hypothecaire leningen (met name voor jonge kredietnemers). De Bank is tevreden met de matige verlenging van de looptijden, omdat dit de impact van de hogere rente deels heeft verzacht. Toen de hypotheekrente nog laag was, had de Bank kredietverleners geadviseerd om de looptijden niet te verlengen, tenzij de rente zou stijgen. Na jaren van sterke groei was een afkoeling van de Belgische woningmarkt door een flinke rentestijging onvermijdelijk. Toch verliep deze correctie vrij ordelijk. Hoewel het aantal woningverkopen op de secundaire markt in 2023 is gedaald (-18 % ten opzichte van 2022), stegen de woningprijzen in de eerste drie kwartalen van 2023 nominaal nog altijd met 2,7 % op jaarbasis.

Het macroprudentiële beleid van de Bank heeft door het stimuleren van verantwoorde kredietverlening bijgedragen aan een ordelijke aanpassing aan de hogere renteomgeving. Sinds de invoering in 2020 hebben de toezichtsverwachtingen (richtlijnen) voor nieuwe hypotheekleningen geleid tot minder leningen met een hoge leenquotiteit (loantovalue ratio of leen-tot-waardeverhouding). De Bank meent dat deze richtlijnen geen rem hebben gevormd voor het verstrekken van hypotheken aan kredietwaardige klanten, omdat kredietverstrekkers de mogelijkheden om leningen met een hogere leenquotiteit te verstrekken niet volledig benut hebben. Verder blijkt uit de cijfers dat de langere looptijden en de ruime marges voorzien voor starters, het aandeel van de jongeren in recente hypotheekleningen stabiel hebben gehouden. De toegang van jongeren tot de huizenmarkt blijft dus verzekerd. Daarom heeft de Bank besloten om haar toezichtsverwachtingen niet te wijzigen.

De kwaliteit van de nieuwe hypotheekleningen sinds 2020 is verbeterd. Daarom besliste de Bank in augustus 2023 dat de kapitaalbuffer die banken moeten aanhouden om risico’s in hun Belgische hypotheekportefeuilles op te vangen, verlaagd kon worden. Het percentage van die ‘sectorale systeemrisicobuffer’ voor Belgische hypotheekleningen is op 1 april 2024 gedaald van 9 % van de risicogewogen activa naar 6 %. Het totaalbedrag van die buffer is zo teruggelopen van ongeveer € 2 miljard tot ongeveer € 1,3 miljard.

In 2023 boekten de Belgische financiële instellingen aanzienlijke vooruitgang in het verzamelen van informatie over de energie‑efficiëntie van hun vastgoedblootstellingen. Het artikel ‘Orderly downturn of the Belgian residential real estate market reduced financial stability risks’ van het Financial Stability Report gaat hier dieper op in. Dit artikel bespreekt ook het toenemende prijsverschil tussen energie‑efficiënte en minder energie‑efficiënte woningen en de uitdagingen die gepaard gaan met het renoveren van het woningbestand.

 

Commercieel vastgoed: risico’s

De Belgische ondernemingen hebben de afgelopen jaren veerkracht getoond tijdens een opeenvolging van crisissen. Over het algemeen genomen zijn ze 2023 gestart in een zeer goede financiële gezondheid, omdat ze de voorbije jaren reserves hebben opgebouwd en hun schuldniveau verlaagd. Net als bij de gezinnen, weerspiegelt die gezondheid zich in een stabiel aantal wanbetalingen van kredieten. Dat ondanks het feit dat ondernemingen gevoeliger zijn voor rentestijgingen dan gezinnen, en dat hun bedrijfskosten zijn gestegen.

Een kanttekening: de bedrijvensector is zeer heterogeen. Het kan zijn dat problemen die ontstonden toen de rente laag was, zichtbaar worden naarmate de hogere rente doorwerkt in de economie. Vooral de blootstelling van de financiële sector aan vastgoedondernemingen en de markt voor commercieel vastgoed, vereist extra aandacht. Het artikel ‘Trying times for Belgian real estate firms and the Belgian CRE market’ gaat gedetailleerd in op de laatste ontwikkelingen op deze markt en documenteert de aanzienlijke blootstelling van de Belgische financiële sector eraan, hoewel die minder groot is dan voor het residentiële segment. Het artikel formuleert ook een aantal aanbevelingen.

Omdat de transacties op de markt voor commercieel vastgoed sterk verminderd zijn en de uitdagingen voor vastgoedondernemingen groot blijven, is er onzekerheid over de waarde van deze activa. Daarom adviseert de Bank de verzekeringsondernemingen en banken om hun blootstelling aan commercieel vastgoed voldoende voorzichtig en behoudend in te schatten. Voor de verzekeringsondernemingen houdt dat vooral in dat ze hun belangrijke investeringen in commercieel vastgoed aan een voorzichtige boekwaarde moeten opnemen in hun balans. Voor de banken gaat het voornamelijk om de waardering van het commerciële vastgoed dat ze in het kader van kredietovereenkomsten ontvangen als garantie.

Voor de banken is het ook belangrijk dat ze het kredietrisico van leningen aan vastgoedondernemingen nauwlettend in de gaten houden, en tijdig voorzieningen aanleggen van zodra kredietnemers kwetsbaar worden. Voor kredietnemers die tijdelijk financiële problemen hebben, beveelt de Bank de banken aan om adequate kredietstrategieën te ontwikkelen, met de mogelijkheid om schulden te herschikken, rekening houdend met de specifieke situatie van elke kredietnemer.

 

Verhoging contracyclische kapitaalbuffer versterkt veerkracht banksector

Hoewel de kwaliteit van de kredietportefeuilles van de banken nog altijd zeer goed is, blijft de mogelijkheid bestaan dat banken in de toekomst met hoger dan verwachte verliezen te maken krijgen, bijvoorbeeld in hun portefeuilles kredieten aan ondernemingen. De Bank kondigde daarom eind augustus 2023 aan dat ze de contracyclische kapitaalbuffer opnieuw zou activeren om de veerkracht van de financiële sector te vergroten. Daarbij houdt ze rekening met het feit dat de banken de voorbije drie jaren eerder beperkte voorzieningen voor kredietverliezen op leningen aan bedrijven hebben aangelegd, waardoor die opnieuw gedaald zijn tot niveaus van voor de pandemie.

Praktisch gezien heeft het besluit van de Bank geleid tot de opbouw van een aanvullende macroprudentiële kapitaalbuffer van ongeveer € 1,1 miljard sinds 1 april 2024, wat overeenstemt met een contracyclisch bufferpercentage van 0,5 %. Op 1 oktober 2024 zal het bedrag van deze buffer worden opgetrokken tot ongeveer € 2,3 miljard (bufferpercentage van 1 %). Zoals het geval is voor de buffer voor risico’s op de woningmarkt, kan de Bank, als en zodra ze dat nodig vindt, deze contracyclische buffer vrijgeven om de financiële sector extra ruimte te geven om verliezen op te vangen en de Belgische economie te ondersteunen.

 

Nieuw wettelijk kader nodig voor verdeling schadekosten natuurrampen

Met betrekking tot de verzekeringssector beveelt de Bank opnieuw aan om snel een nieuw, stabiel wettelijk kader uit te werken, waarin ondubbelzinnig wordt vastgelegd hoe de schadekosten van toekomstige natuurrampen zullen worden verdeeld. Als de huidige situatie aanhoudt, bestaat het risico dat herverzekeraars hun activiteiten in België terugschroeven. Dat zou de verzekeringsondernemingen kunnen dwingen om geen dekking meer te bieden voor natuurrampen, wat betekent dat Belgische huishoudens niet langer verzekerd zouden zijn tegen brand en natuurrampen, of alleen tegen een veel hogere premie.