Ondernemingswaarden en gedragscode

Wettelijk en regelgevend kader:

  1. Bankwet: Art. 21, § 1, 5° en 23, tweede lid, 4°
  2. Relevante thematische NBB-circulaires:
  3. Internationale referentiedocumenten:

 

Het wettelijk bestuursorgaan moet hoge ethische en beroepsnormen ontwikkelen, vaststellen, in acht nemen en bevorderen, rekening houdend met de specifieke behoeften en kenmerken van de instelling, en dient de tenuitvoerlegging van deze normen te waarborgen door middel van een gedragscode of soortgelijk instrument.

Deze ethische normen worden doorheen de instelling meegedeeld en gepromoot, en dienen tevens geïntegreerd te worden in het opleidingsprogramma voor de personeelsleden en de introductie van leden van het wettelijk bestuursorgaan. Voor de toepassing van deze normen is het belangrijk dat de leiding zichzelf hoogstaande en strikte gedragsregels oplegt en het goede voorbeeld geeft (“tone at the top”).

De interne gedragscodes snijden onder meer onderwerpen aan zoals corruptie, ontvangen of toekennen van ongeoorloofde geschenken of voordelen in geld of in natura, oneigenlijke zelfbediening in transacties tussen medewerkers en de instelling (toekenning van kredieten, voorkeurtarieven, enz.) en allerlei andere onethische of illegale gedragingen in verband met activiteiten binnen of buiten de instelling.

Er zij ook verwezen naar de paragrafen 99 tot en met 104 van de richtsnoeren EBA/GL/2021/05, waarin met name wordt bepaald dat (i) erop moet worden toegezien dat er geen sprake is van discriminatie van personeelsleden op basis van geslacht, ras, huidskleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of levensovertuiging, politieke of andere overtuigingen, het behoren tot een minderheid, geboorte, invaliditeit, leeftijd of seksuele geaardheid, (ii) het beleid van de instelling genderneutraal moet zijn, (iii) het risicobewustzijn moet worden bevorderd en dat (iv) voorbeelden moeten worden verstrekt van ontoelaatbaar gedrag (waaronder met name fraude, witwassen van geld, financiering van terrorisme, oneerlijke concurrentiepraktijken, financiële sancties, omkoping en corruptie, marktmanipulatie, misleidende verkopen, andere schendingen van wetgeving inzake consumentenbescherming en fiscale misdrijven, hetzij rechtstreeks hetzij onrechtstreeks gepleegd, waaronder door middel van verboden mechanismen).