Perscommuniqué - Publicatie van het Macroprudentieel verslag en het Financial Stability Report

Voor het vijftiende opeenvolgende jaar publiceert de Nationale Bank van België haar Financial Stability Report.

Overeenkomstig de vereisten van de wet van 25 april 2014 tot invoering van mechanismen voor een macroprudentieel beleid, publiceert de Bank vandaag de tweede editie van het Macroprudentieel verslag, dat integraal deel uitmaakt van het Financial Stability Report 2016. Deze publicatie biedt een volledig overzicht van de situatie van de financiële stabiliteit in België, alsook een gedetailleerde analyse van de belangrijkste risicofactoren en kwetsbaarheden in de Belgische financiële sector. Het verslag geeft ook toelichting bij de voornaamste macroprudentiële maatregelen waartoe de Bank in het beschouwde boekjaar heeft besloten. Sinds de voltooiing van dit verslag en gelet op de aanhoudende kwetsbaarheden op de huizenmarkt, heeft de Bank een principebesluit genomen betreffende de implementatie, in 2017, van een aanvullende kapitaalbuffer die gericht is op de meer risicovolle segmenten van de hypotheekportefeuilles van de kredietinstellingen. Dit besluit moet echter worden goedgekeurd door de Europese Centrale Bank en de Europese Commissie.

Tijdens de afgelopen maanden werden bepaalde risico's, die oorspronkelijk door de Bank waren vastgesteld, bewaarheid en beïnvloedden deze de Belgische financiële instellingen in verschillende mate. Het minder sterk dan verwachte economisch herstel en de daling van de rentetarieven op de verschillende marktsegmenten, hoofdzakelijk het gevolg van de zeer accommoderende monetairbeleidskoers, wogen zwaarder op de winstgevendheid van de levensverzekeringssector. De aanzienlijke hoeveelheid uitstaande overeenkomsten met een hoge gewaarborgde rente, het bestaan van een duration gap en de lage geïnde premies, die in 2015 met 6 % afnamen, leidden tot een daling met 0,5 miljard van het technisch resultaat van de tak 'leven' van de verzekeringsondernemingen tot een niveau van 0,2 miljard in 2015, ondanks aanzienlijke kapitaalwinsten.

Ondanks de moeilijke economische context bleef de rentabiliteit van de banksector solide, met een rendement op het eigen vermogen van 10,1 % in 2015, tegen 7,7 % in 2014. De sector kon blijven profiteren van de aanzienlijke daling van de financieringskosten, die aldus een bodempeil bereikten, en van een stijging van de inkomsten verbonden aan een zekere voorkeur voor beleggingsfondsen. Tegelijkertijd konden de bedrijfskosten met betrekking tot de personeelskosten onder controle worden gehouden tegen de achtergrond van een herstructurering. Ook tijdelijke factoren – zoals de wederbeleggingsvergoedingen die de banken ontvangen naar aanleiding van de in 2015 talrijke herfinancieringen van hypothecaire kredieten, en meerwaarden op financiële instrumenten – hebben de resultaten van de banken in 2015 ondersteund. Dankzij deze resultaten konden de banken hun solvabiliteitspositie verder verstevigen en de door de prudentiële autoriteiten opgelegde minimumvereisten overtreffen. Deze versteviging is belangrijk, gelet op de onzekerheid over de invloed van de afronding van de hervormingen na de crisis en op de druk op hun winstgevendheid.

Een futloze economische groei gecombineerd met de aanhoudend lage rentetarieven zou de komende jaren immers zwaarder kunnen wegen op de winstgevendheid van zowel de verzekeringsondernemingen als de banken, voornamelijk als gevolg van het herbeleggingsrisico. De Belgische instellingen zijn op dit klimaat beginnen te reageren. Zo boden de verzekeringsondernemingen overeenkomsten aan die beter aansloten bij de marktvoorwaarden, en zetten ze hun inspanningen op het gebied van kostenbeheer en schadevorderingskosten voort. De banksector trachtte dan weer de marges te handhaven, ondanks de versterking van de concurrentie, en de bedrijfskosten in de hand te houden. Als de lagerenteomgeving aanhoudt, zullen die maatregelen echter onvoldoende zijn om een duurzame winstgevendheid te verzekeren, meer bepaald tegen een achtergrond van intense concurrentie in de voornaamste markten en activiteiten die nog zou kunnen worden verscherpt door de opkomst van vennootschappen die werkzaam zijn in de nieuwe financiële technologieën (FinTech).

Tegen deze achtergrond raadt de Bank financiële instellingen aan om hun inspanningen voort te zetten door hun bedrijfsmodel en hun kostenstructuur verder aan te passen aan dit moeilijke klimaat, dat nog zou kunnen aanhouden. Een beleid waarbij de marges worden afgestemd op de gelopen risico's, is van cruciaal belang om een passend rentabiliteitsniveau te waarborgen. De Bank verwacht van de verzekeringsondernemingen en de banken dat ze hun solvabiliteit blijven verbeteren en bijgevolg de winstuitkeringen aan verzekerden en aandeelhouders beperken wanneer dit nodig blijkt om hun veerkracht op lange termijn te vrijwaren. In het licht van de ontwikkelingen van de afgelopen jaren heeft de Bank bij de minister van Economie een ontwerp van koninklijk besluit ingediend om een juridisch kader te scheppen voor de controle over de uitkering van winstaandelen aan verzekerden. Als microprudentiële autoriteit zou de Bank een onderneming met name kunnen verbieden winstaandelen uit te keren aan verzekerden als haar financiële situatie onvoldoende gezond is. De Bank raadt de sector bovendien aan om voorzichtig om te springen met de realisatie van meerwaarden, en dringt er sterk op aan om deze niet te gebruiken om dividenden en winstaandelen uit te keren aan verzekerden.

De ontwikkeling van innovaties op informaticavlak, wat tot uiting komt in de opkomst van in digitale technologieën gespecialiseerde bedrijven, noopt tot een grondige bezinning over de wijze waarop de financiële-intermediatieactiviteiten georganiseerd moeten worden. Deze ontwikkeling brengt ook nieuwe operationele risico's met zich mee, en meer in het bijzonder cyberrisico's. De Bank roept de financiële instellingen derhalve op om te waken over de integriteit van de IT-systemen en om de financiële instellingen en de financiëlemarktinfrastructuren te beveiligen tegen cyberrisico's. De Bank zal toezien op de correcte implementatie, door de systeemrelevante instellingen, van haar circulaire waarin de prudentiële verwachtingen worden verduidelijkt op het vlak van de operationele bedrijfscontinuïteit en beveiliging, met bijzondere aandacht voor de cyberweerbaarheid.

Naast deze risico's zijn de economische en financiële omstandigheden bevorderlijk voor een zoektocht naar rendement (search for yield). Hoewel dit fenomeen tot nu toe beperkt is gebleven, verdienen sommige ontwikkelingen bijzondere aandacht. Ten eerste namen de blootstellingen aan de markten voor residentieel en commercieel vastgoed in 2015 en in het eerste kwartaal van 2016 verder toe. De aanhoudende groei van de hypothecaire kredieten kwam tot uiting in een nieuwe stijging van de schuldgraad van de huishoudens (59,5 % van het bbp), die voor het eerst hoger ligt dan het in het eurogebied geregistreerde niveau (59,1 %), dat sinds 2010 een aanhoudende daling optekent tegen een achtergrond van schuldafbouw. Voorts is de Bank van oordeel dat het aandeel van de nieuwe leningen met een hoog risicoprofiel nog steeds te groot is, en werd de sinds 2013 opgetekende aanscherping van de kredietverleningsvoorwaarden in 2015 onderbroken. [Gezien de aanhoudende kwetsbaarheden op de vastgoedmarkt en onder voorbehoud van de goedkeuring van de Europese Centrale Bank en de Europese Commissie heeft de Bank besloten de eind 2013 ingevoerde risicowegingsverhoging voor de banken die interne modellen hanteren, aan te vullen met een aanvullende kapitaalbuffer die gericht is op de segmenten met een hoog risico. Bovendien beveelt zij de banken met klem aan om voorzichtig te blijven bij het verstrekken van kredieten en om voldoende grote marges te waarborgen op de hypothecaire kredieten, gelet op de verschillende risico's die in de huidige lagerenteomgeving bewaarheid zouden kunnen worden.

Ten tweede komt de zoektocht naar rendement voor de kredietinstellingen tot uiting in een verschuiving van het sparen naar de beleggingsfondsen, en voor de verzekeringsondernemingen in een hernieuwde belangstelling voor de producten van tak 23. De verschuiving naar alternatieve beleggingsinstrumenten sluit aan bij de door rentabiliteitsbekommernissen en reglementaire vereisten aangemoedigde overheveling van activiteiten van de traditionele financiële instellingen naar structuren waarvoor minder strikte regels gelden. De Bank volgt nauwgezet de ontwikkeling van deze nieuwe structuren, die vaak tot de parallelle banksector of shadow banking worden gerekend, teneinde na te gaan of met name de hefboomeffecten en het liquiditeitsrisico in de beleggingsfondsen de diversificatie van de financieringsbronnen niet in gevaar brengen.

De maatregelen die de Bank heeft genomen om de systeemrisico's te verkleinen, passen in het streven naar het behoud van het vertrouwen in de financiële sector. De Bank verwacht van de instellingen dat ze alle wetteksten naleeft die een deugdelijk bestuur beogen te waarborgen en de reputatierisico’s beogen te beperken.