De hoge inflatie zou het Belgische overheidstekort blijvend verslechteren

Onze simulaties tonen aan dat de hoge inflatie het Belgische overheidstekort blijvend verslechtert ten opzichte van een scenario zonder de inflatieschok. Op korte termijn duwt de hoge inflatie de schuldgraad van de overheid naar beneden, maar op langere termijn zou de schuldgraad een stuk hoger uitkomen.

Aan de hand van simulaties analyseren we welk effect de hoge inflatie heeft op de Belgische overheidsfinanciën. Concreet vergelijken we de impact van het macro-economische kader van de NBB-prognoses van december 2021 op de overheidsfinanciën met die van de NBB-ramingen van juni 2023. We gaan ervan uit dat de verschillen in deflatoren, rentevoeten en economische activiteit tussen deze twee ramingen grotendeels kunnen worden toegeschreven aan de onverwachte inflatie-opstoot. Ze gaan er in ieder geval mee gepaard.

Sinds midden 2021 is de inflatie in het eurogebied sterk toegenomen. Dat kwam onder impuls van het krachtige economische herstel na de coronapandemie en de stijging van de energieprijzen, die nog versterkt werd door de Russische invasie in Oekraïne. In België liep de inflatie in 2022 op tot meer dan 10 %, een niveau dat ongezien was sinds de jaren ’70. De inflatie-opstoot heeft belangrijke gevolgen voor de economie: ze holt de koopkracht van gezinnen uit, zet de marges van bedrijven onder druk en dwingt centrale banken om het monetair beleid te verstrakken.

In deze ongewone omstandigheden rijst de vraag wat de impact is van de hoge inflatie op de Belgische overheidsfinanciën. Deze vraag is des te relevanter in het licht van de uitdaging om de Belgische overheidsfinanciën de komende jaren gezonder te maken en de structureel opwaartse dynamiek van de schuldgraad om te buigen. 

Er wordt vaak gesteld dat inflatie goed is voor de overheidsfinanciën. Zo worden de ontvangsten, onder meer de belastingen op consumptie, gestimuleerd door de stijgende consumptieprijzen. Beleidsmakers stelden dat deze extra ontvangsten konden gebruikt worden om overheidsmaatregelen die het verlies aan koopkracht bij de huishoudens compenseren te financieren. Bovendien leidt inflatie tot een onmiddellijke daling van de overheidsschuldgraad, uitgedrukt in verhouding tot het bbp, omdat de stijgende prijzen de noemer van deze ratio opdrijven. 

Er zijn echter andere factoren, die ongunstig zijn voor de overheidsfinanciën. Zo nemen ook overheidsuitgaven toe, zeker indien de indexering van uitgaven automatisch gebeurt, zoals in België het geval is voor de lonen van overheidspersoneel en sociale uitkeringen. Daarnaast doet de inflatie ook de nominale rente stijgen, des te meer naarmate de centrale bank haar beleid verstrakt, waardoor de rentebetalingen op de overheidsschuld toenemen.

Een interessante vraag is ook of de verhoogde inflatie gepaard gaat met een hogere of lagere economische activiteit.

De oorsprong en de aard van de inflatie speelt een belangrijke rol bij de impact ervan op de overheidsfinanciën. Zo heeft geïmporteerde inflatie, zoals deze als gevolg van stijgende energieprijzen, een ongunstigere impact op de economische activiteit en de relatieve prijs van binnenlandse productie, dan inflatie als gevolg van een toenemende binnenlandse vraag.