Acht Belgische banken opnieuw aangewezen als ‘systeemrelevante instellingen’

Zoals elk jaar heeft het Directiecomité van de Nationale Bank van België (NBB), in haar hoedanigheid van macroprudentiële autoriteit, de aanduiding van Belgische banken als binnenlandse systeemrelevante banken opnieuw bekeken. De NBB heeft ook de extra kapitaalvereisten onderzocht die voor hen gelden.

Binnenlandse systeemrelevante banken of O-SII’s zijn instellingen waarvan het in gebreke blijven een significante impact zou hebben op het financiële stelsel of de reële economie. Er zijn twee redenen om aan deze instellingen aanvullende kapitaalvereisten op te leggen:

  1. Om de kans op wanbetaling van de instelling te verkleinen, gezien de hoge economische en sociale kosten die dat teweeg zou brengen;
  2. Om aan de instelling een buffer op te leggen die de negatieve externe effecten van een in gebreke blijven kan opvangen.

Elke bank een score

De methodologie van de Europese Bankautoriteit (EBA) voor de identificatie van systeemrelevante instellingen houdt in dat voor elke instelling een score wordt berekend op basis van kwantitatieve indicatoren met betrekking tot de omvang, de complexiteit, de verwevenheid en de substitueerbaarheid (de mate waarin andere instellingen snel kritieke diensten kunnen overnemen). Aan de hand van deze score werd de aanwijzing als O-SII hernieuwd voor de acht Belgische instellingen die in 2022 ook al als O-SII’s werden aangewezen: KBC Groep, BNP Paribas Fortis, Euroclear Holding, ING België, Belfius Bank, The Bank of New York Mellon, Investeringsmaatschappij Argenta en Crelan [1].

Extra kapitaalvereisten

Het Directiecomité van de NBB heeft ook besloten de in 2022 opgelegde hogere kapitaalvereisten te handhaven voor zeven van deze O-SII’s. Voor Euroclear Holding werd besloten de extra kapitaalbuffer te verhogen als gevolg van de sterke toename van de balans. Vanaf 1 januari 2024 bedragen de niveaus van de extra kapitaalvereisten respectievelijk: 1,5% voor KBC Groep, BNP Paribas Fortis, Euroclear Holding, ING België en Belfius Bank; 0,75% voor The Bank of New York Mellon, Investeringsmaatschappij Argenta en Crelan [2].

Deze buffer is voornamelijk structureel. In geval van een aanhoudende crisis kan hij slechts tijdelijk worden vrijgegeven na coördinatie met de betrokken nationale en internationale autoriteiten. Mocht er nood zijn aan aanvullende ondersteuningsmaatregelen, dan is het vrijgeven van deze buffer waarschijnlijk een van de laatste macroprudentiële instrumenten die worden gebruikt.

 

[1]Aangezien Dexia onderworpen is aan de specifieke vereisten van een door de EU goedgekeurd herstructureringsplan, werd zij niet opgenomen in de lijst van instellingen waaraan dit extra kapitaalvereiste wordt opgelegd.

[2]Behoudens de bovengrens bepaald in Artikel 14§5 van Bijlage IV van de Belgische Bankwet.