De digitale euro

Digitale euro

Inleiding

Sinds enkele jaren overwegen de Nationale Bank van België en het Eurosysteem de mogelijkheid om een digitale euro uit te geven in samenspraak met alle marktdeelnemers[1], waaronder de consumentenvertegenwoordigers en leden van het National Retail Payments Committee op Belgisch niveau. Deze digitale versie van onze chartale euro zou veelzijdig zijn, zowel online als offline toegankelijk, geschikt voor alle gebruikssituaties bij retailbetalingen, onmiddellijk en gratis (voor het basisgebruik) in het hele eurogebied.

Dankzij het werk van het Eurosysteem en de lessen die uit de verscheidene raadplegingen werden getrokken, is vooruitgang geboekt in de richting van het mogelijke ontwerp van een digitale euro. Op 18 oktober 2023 besloot de Raad van Bestuur van de ECB daarom over te gaan tot de voorbereidingsfase van die nieuwe digitale munt[2], met als doel de technische oplossingen te ontwikkelen en commerciële overeenkomsten te sluiten die nodig zijn ter voorbereiding van de mogelijke uitgifte.

[1] Zie “Digital euro Project governance and stakeholders”, ECB, 2022.

[2] Zie Eurosysteem start met volgende fase van het project voor de digitale euro, ECB, 18.10.2023

High Level Task Force
De High-Level Task Force (op de foto hierboven met de vertegenwoordiger van de NBB, directeur Tim Hermans) fungeert als besluitvormingsorgaan voor de beleidskwesties in verband met de mogelijke digitale euro.

Wat is de digitale euro?

Het ontwerp van de digitale euro is erop gericht een digitaal bankbiljet te creëren met kenmerken die vergelijkbaar zijn met contant geld. Daarom zou de digitale euro een publieke munt zijn die wordt uitgegeven en gewaarborgd door het Eurosysteem, waarbij de specifieke kenmerken van de chartale euro, zoals vertrouwelijkheid, offline gebruik, verplichte aanvaarding en Europese uniformiteit, worden gecombineerd met de mogelijkheden die de moderne technologie biedt. Zoals hierboven wordt uitgelegd, zou zijn waaier aan gebruiksmogelijkheden alle retailbetalingen omvatten, of het nu gaat om transacties tussen particulieren, aankopen bij handelaars of via e-commerce. Bovendien zou de digitale euro zich onderscheiden door vertrouwelijkheid centraal te stellen. Hij zou het mogelijk moeten maken om kleine betalingen offline uit te voeren, waarbij de privacy op dezelfde manier wordt gerespecteerd als de anonimiteit die eurobankbiljetten bieden.

Meer concreet zou de toegang tot de digitale euro mogelijk worden gemaakt via de gebruikelijke bankapplicaties en een autonome toepassing van het Eurosysteem. De transacties zouden kunnen worden uitgevoerd met smartphones of fysieke betaalkaarten. Near field communication (NFC) en ‘quick response’-codes (QR) worden grondig bestudeerd om betalingen te vergemakkelijken en gebruikers maximale flexibiliteit te bieden. Naast de waaier aan (de)financieringsopties om het effect van een mogelijke limiet voor het bezit te beperken, zou de digitale euro bovendien de gebruikers in staat moeten stellen om voorwaardelijke betalingen uit te voeren, waardoor transacties worden vergemakkelijkt wanneer aan bepaalde vooraf vastgestelde criteria wordt voldaan.

Van de onderzoeksfase naar de voorbereidingsfase

In oktober 2020 begon de ECB het proces met de publicatie van een rapport waarin de wenselijkheid van de invoering van een in euro luidende digitale munt van de centrale bank werd onderzocht. Vervolgens hield de ECB van oktober 2020 tot januari 2021 een openbare raadpleging over de voordelen en de mogelijke ontwikkeling van een digitale euro.

De onderzoeksfase, waarin de belangrijkste vragen met betrekking tot het ontwerp en de distributie van deze nieuwe digitale munt centraal stonden, begon in juli 2021 en eindigde op 18 oktober 2023 met het besluit van de Raad van Bestuur van de ECB om over te gaan naar de voorbereidingsfase van de digitale euro. Deze nieuwe fase, die minstens twee jaar zal duren, is in de eerste plaats bedoeld om de verzameling regels af te ronden die nodig zijn om dit nieuwe betalingssysteem te creëren. Daarna zal ze ook een diepgaandere analyse mogelijk moeten maken van de verschillende componenten van het toekomstige dienstenplatform voor de digitale euro die zullen worden aanbesteed, en van de private of publieke entiteiten die verantwoordelijk zullen zijn voor het aanbieden van de dienst.

Tot slot moet worden opgemerkt dat de start van deze voorbereidingsfase niet noodzakelijkerwijs betekent dat de digitale euro zal worden uitgegeven. Die beslissing zal immers pas door de Raad van Bestuur van de ECB worden genomen als het wetgevingsproces is afgerond.