Kunnen de inflatieverwachtingen het monetair beleid laten ontsporen?

In 2022 bereikte de inflatie in het eurogebied 8,4 %, een ongekend peil sinds de oprichting van het eurogebied in 1999. In dat verband mogen we ons het volgende afvragen: verwachten de economische actoren nog een inflatie dicht bij de door de Europese Centrale Bank (ECB) vastgestelde doelstelling van 2 %? Hoewel het antwoord grotendeels bevestigend is, verdienen bepaalde signalen onze aandacht.

De inflatieverwachtingen verankeren om de prijzen te stabiliseren

Door de stijging van de inflatie in de nasleep van de COVID-19-crisis en van de invasie van Oekraïne door Rusland won de ‘verankering’ van de inflatieverwachtingen aan belang. Die verankering houdt in dat die verwachtingen zich handhaven op een niveau dicht bij de doelstelling van de centrale bank.

Aan de doelstelling van de centrale bank verankerde inflatieverwachtingen dragen bij tot de stabiliteit van de economische omgeving. Het belangrijkste risico bij een verhoging van de inflatieverwachtingen is dat de inflatie onmiddellijk zou kunnen toenemen door een anticipatie-effect: wie verwacht dat de prijzen ‘morgen’ zullen stijgen, loopt ‘vandaag’ naar de winkel! Er ontstaat een vicieuze cirkel indien de toename van de inflatie vandaag een stijging van de inflatieverwachtingen veroorzaakt.

De centrale banken letten dan ook op elke afwijking van de inflatieverwachtingen ten opzichte van hun doelstelling. Desondanks is het niet eenvoudig de verankering van de inflatieverwachtingen te meten. De gegevensbronnen zijn talrijk en stemmen niet noodzakelijkerwijs overeen. De indicatoren zijn afkomstig van de financiële markten en van verschillende soorten enquêtes: bij professionele voorspellers, financieel analisten, consumenten en ondernemingen.

De inflatieverwachtingen blijven onder controle

Het artikel behandelt verscheidene indicatoren van inflatieverwachtingen en geeft een veeleer geruststellende boodschap: ondanks de stijging van de inflatieverwachtingen op korte termijn (op één jaar bijvoorbeeld) bleven de inflatieverwachtingen op middellange en lange termijn (op vijf of tien jaar) toch dicht bij de 2 %-doelstelling van de ECB.

Bepaalde signalen verdienen echter onze aandacht: eind augustus 2023 beliepen de inflatieverwachtingen 2,6 % op middellange termijn volgens de van financiële markten afkomstige gegevens. Bovendien blijkt uit de inflatieverwachtingen op basis van enquêtes bij professionele voorspellers dat een relatief groot deel van de respondenten verwacht dat de inflatie op middellange termijn boven 2,5 % zal uitkomen. Hoewel ze moeilijker te interpreteren zijn - onder meer wegens perceptiefouten - zijn de inflatieverwachtingen bij de consumenten eveneens gestegen.

Bovendien vergt de verankering van de inflatieverwachtingen een permanente aandacht. Hoe verder de inflatie verwijderd blijft van de doelstelling van de ECB, hoe groter het risico wordt dat de inflatieverwachtingen van die doelstelling afwijken. Een dergelijk verlies aan geloofwaardigheid zou de centrale bank ertoe nopen krachtig te reageren en de kredietvoorwaarden drastisch aan te scherpen, op gevaar af van de economie in een recessie te storten.