Welk model neer te leggen door CVBA’s: met of zonder kapitaal?

  • Coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (CVBA’s) die beantwoorden aan de definitie van coöperatieve vennootschap volgens Art. 6:1. van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), zijn van rechtswege op 01/01/2020 omgezet naar een CV en dienen voor boekjaren afgesloten na 31/12/2019 een kapitaalloos model neer te leggen en de rechtsvorm CV te vermelden, ook al zijn hun statuten nog niet omgezet en hebben ze daar de tijd voor t.e.m. 31/12/2023 (we spreken dan van eigenlijke CVBA’s).
  • CVBA’s die aangeven dat ze niet beantwoorden aan de definitie van coöperatieve vennootschap volgens Art. 6:1. van het WVV blijven CVBA tot en met 31/12/2023 en worden van rechtswege BV vanaf 01/01/2024 tenzij ze hun statuten eerder aanpassen en/of kiezen voor een andere rechtsvorm en dienen voor boekjaren afgesloten tot en met 31/12/2023 een kapitaalvol model neer te leggen en de rechtsvorm CVBA te gebruiken (we spreken dan van oneigenlijke CVBA’s). In veel gevallen spreekt men van oneigenlijke CVBA’s indien het gaat om professionele vennootschappen zoals vrije beroepen (artsen, architecten, advocaten, enz.).

Het is aan de betrokken vennootschap zelf om uit te maken of ze al of niet een onderneming voert op basis van het coöperatief gedachtengoed (en beantwoordt aan de definitie van coöperatieve vennootschap).