Minimumreserves
Minimumreserves maken integraal deel uit van het operationele kader voor het monetair beleid in het eurogebied.
Het stelsel van de reserveverplichtingen streeft ernaar de geldmarktrente te stabiliseren, een structureel liquiditeitstekort te creëren (of te verruimen) en eventueel bij te dragen aan het beheersen van de monetaire expansie.
De reserveverplichting van elke instelling wordt bepaald aan de hand van elementen van haar balans. Om bij te dragen tot het stabiliseren van de rente, is in het stelsel van reserveverplichtingen van het Eurosysteem een middelingsvoorziening opgenomen. Dit houdt in dat het bepalen of een instelling al dan niet aan de reserveverplichtingen voldoet, geschiedt op grond van de reserves die de instelling dagelijks gemiddeld aanhoudt gedurende een aanhoudingsperiode van ongeveer zes weken. De reserveaanhoudingsperiodes beginnen op de vereffeningsdag van de basisherfinancieringstransactie (BHT) die volgt op de vergadering van de Raad van Bestuur waarin de beoordeling van de monetairbeleidskoers op de agenda staat.
Tot de reserveaanhoudingsperiode die op 20 december 2022 eindigde, werden de verplichte reservetegoeden vergoed tegen een tarief dat overeenstemt met de gemiddelde rente op basisherfinancieringstransacties van het Eurosysteem gedurende de aanhoudingsperiode. Vanaf de reserveaanhoudingsperiode die op 21 december 2022 aanving tot en met de reserveaanhoudingsperiode die eindigde op 19 september 2023, werden de verplichte reservetegoeden vergoed tegen een tarief dat overeenstemt met de gemiddelde rente op de depositofaciliteit van het Eurosysteem gedurende de aanhoudingsperiode. Vanaf de reserveaanhoudingsperiode die op 20 september 2023 aanving worden de verplichte reservetegoeden vergoed aan 0%.