Permanente faciliteiten

Permanente faciliteiten dienen ertoe zeer kortlopende liquiditeiten te verschaffen en te onttrekken, signalen af te geven omtrent de algemene koers van het monetair beleid en grenzen te stellen aan de zeer korte marktrente. Twee permanente faciliteiten, die door de nationale centrale banken (NCB’s) gedecentraliseerd worden beheerd, staan ter beschikking van de daarvoor in aanmerking komende tegenpartijen; deze laatste kunnen er op eigen initiatief gebruik van maken.

1. Marginale beleningsfaciliteit

Tegenpartijen kunnen de marginale beleningsfaciliteit gebruiken om van de NCB’s zeer kortlopende liquiditeiten te verkrijgen tegen onderpand van beleenbare activa. De rente op de marginale beleningsfaciliteit vormt gewoonlijk een bovengrens voor de daggeldrente.

2. Depositofaciliteit

Tegenpartijen kunnen de depositofaciliteit aanwenden om bij de NCB’s kortlopende deposito’s aan te houden. De rente op de depositofaciliteit vormt gewoonlijk een ondergrens voor de zeer korte marktrente.