Institutioneel kader van het monetair beleid
In 1992 sloten de landen van de Europese Economische Gemeenschap het Verdrag van Maastricht, waarin de voltooiing van de Economische en Monetaire Unie (EMU) als een formeel doel werd gesteld en een aantal convergentiecriteria werden vastgelegd. Het monetair beleid van de EMU wordt gevoerd door het Eurosysteem, dat bestaat uit de ECB en de nationale centrale banken van de EU-lidstaten met de euro als munteenheid.
Als gevolg van het Verdrag zijn de centrale banken van de 15 lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap op 1 januari 1999, samen met de nieuw opgerichte Europese Centrale Bank (ECB), lid geworden van een supranationale instelling: het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB).
De Monetaire Unie ging van start zonder Griekenland, dat op 1 januari 2001 toetrad, Groot-Brittannië, Denemarken en Zweden. Zolang niet alle lidstaten van de Europese Unie ook lid zijn van de Monetaire Unie wordt een onderscheid gemaakt tussen het Eurosysteem en het ESCB.
- Eurosysteem: ECB + centrale banken van de eurolanden
- ESCB: ECB + centrale banken van de 27 lidstaten van de EU