Het uitvoeren van het monetair beleid
Traditiegetrouw streeft het monetair beleid van het Eurosysteem ernaar de marktrente op korte termijn te sturen door de beleidsrentetarieven van de ECB te gebruiken als ankerpunten. Sinds de mondiale financiële crisis tracht het ook een directere greep op de marktrente op langere termijn te handhaven. In elk geval is de uitvoering van het monetair beleid gericht op de hoofddoelstelling om de prijsstabiliteit in het eurogebied te handhaven.
Het Eurosysteem is in sommige opzichten de ‘bank der banken’ in het eurogebied. De kredietinstellingen van het eurogebied moeten immers bij het Eurosysteem liquiditeiten lenen om aan de vraag naar bankbiljetten te voldoen en (verplichte) reserves aanleggen bij nationale centrale banken.
De Raad van Bestuur voert het monetair beleid van het Eurosysteem traditioneel door de rentetarieven op de verstrekte liquiditeiten, de zogenoemde beleidsrentetarieven van de ECB, te bepalen.
De rentetarieven van de door het Eurosysteem verleende kredieten sturen de korte geldmarktrente. Ze beïnvloeden bovendien een reeks andere rentetarieven op langere termijn, zoals de rente die de kredietinstellingen aan hun cliënteel aanrekenen, en op een indirectere wijze de wisselkoersen. Die financiële variabelen beïnvloeden op hun beurt de vraag naar goederen en diensten in de economie, alsook de prijszetting en de loonvorming.
Aangezien de bijsturing van de korte rente beperkingen heeft, zette de Raad van Bestuur sinds de mondiale financiële crisis het gevoerde monetair beleid ook in om de termijnpremies en meer direct de rente op langere termijn te drukken. Daartoe hanteert de Raad andere instrumenten dan enkel de beleidsrente.
De beslissingen van de Raad van Bestuur worden in elk geval genomen met het oog op het handhaven van prijsstabiliteit voor het eurogebied als geheel. De gevolgde werkwijze is aldus contracyclisch. Wanneer de inflatie te laag is ten opzichte van de doelstelling, zullen de monetaire beleidsmaatregelen doorgaans vooral de financieringsvoorwaarden in de economie trachten te versoepelen. De rente wordt dan verlaagd om deze laatste te stimuleren en, via een meesleepeffect, de prijsdynamiek aan te wakkeren. Omgekeerd zullen de monetaire beleidsmaatregelen, indien de inflatie ontspoort, veeleer erop gericht zijn de financieringsvoorwaarden te verstrakken. De rente wordt dan verhoogd om de oververhitting van de bedrijvigheid tegen te gaan en de daarmee gepaard gaande inflatoire prikkels binnen de perken te houden.