Begrippenlijst van het RKO

Begunstigde van een krediet

De ontvanger van een krediet wordt als begunstigde beschouwd. Synoniemen zijn kredietnemer of debiteur.

Crediteur (of kredietgever of zie kredietgever)

De tegenpartij die het kredietrisico draagt van een instrument (een kredietovereenkomst/een leasingovereenkomst).

Debiteur (of kredietnemer of zie kredietnemer)

De tegenpartij die onvoorwaardelijk verplicht is aflossingen te doen die voortvloeien uit het instrument (de kredietovereenkomst/leasingovereenkomst).

Informatieplichtige (RKO)

Dit zijn kredietgevers waarvoor de meldingsplicht aan het RKO geldt. Het gaat om: 

  • kredietinstellingen gevestigd in België en erkend door de Nationale Bank van België als toezichthouder. Het betreft zowel de bijkantoren naar buitenlands recht gevestigd in België als de ondernemingen naar Belgisch recht;
  • leasingondernemingen (ook huurfinanciering genoemd) gevestigd in België en erkend door de federale overheidsdienst (FOD) Economie.

Deze informatieplichtigen worden omschreven in de wet van 28 november 2021 tot organisatie van een Register van kredieten aan ondernemingen. 

Instrument (of kredietovereenkomst)

Een bepaling op grond waarvan een debiteur (kredietnemer) geldmiddelen kan ontvangen van een crediteur (kredietgever/leasingovereenkomst). Synoniem is krediet- of leasingovereenkomst.

Kredietgever

Synoniem is crediteur. Dit is de tegenpartij die het kredietrisico draagt van een instrument (kredietovereenkomst/leasingovereenkomst), met uitzondering van een protectiegever.

Kredietinstellingen

Banken en spaarkassen zijn kredietinstellingen. Het zijn ondernemingen waarvan de werkzaamheden bestaan uit enerzijds het in ontvangst nemen van deposito's of van andere terugbetaalbare publieke gelden en anderzijds het verlenen van kredieten voor eigen rekening. Samen met de leasingondernemingen vormen kredietinstellingen de kredietgevers.

Kredietnemer

Synoniem is debiteur. Het is de tegenpartij die onvoorwaardelijk verplicht is aflossingen te doen die voortvloeien uit de krediet- of leasingovereenkomst.

Kredietrisico

Het risico dat een tegenpartij niet in staat is contractueel verplichte betalingen na te komen.

Financiële leasingondernemingen

Een onderneming die gespecialiseerd is in financieringshuur. Een leasingonderneming is erkend overeenkomstig artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967 tot regeling van het juridisch statuut der ondernemingen gespecialiseerd in financieringshuur. Samen met de kredietinstellingen vormen leasingondernemingen de kredietgevers.
Enkel de ‘financiële’ leasingondernemingen worden opgenomen in het RKO.

Protectiegever (borgsteller)

De tegenpartij die een bescherming biedt tegen een contractueel overeengekomen negatieve kredietgebeurtenis en die het kredietrisico draagt van de negatieve kredietgebeurtenis.

Tegenpartij

Een tegenpartij is een persoon die een directe rol speelt in de krediet- of leasingovereenkomst: crediteur, debiteur, enzovoort. 

Wanbetaling

Wanbetaling is het niet, of slechts gedeeltelijk, nakomen van financiële verplichtingen.

Een wanbetaling doet zich voor wanneer:

  • de kredietinstelling of leasingonderneming het onwaarschijnlijk acht dat de kredietnemer zijn kredietverplichtingen volledig zal nakomen zonder dat ze moet overgaan tot acties, zoals de uitwinning van zekerheden (bijvoorbeeld hypotheek- en pandrechten of persoonlijke borgstellingen);
  • de kredietnemer meer dan 90 dagen achterstallig is bij het nakomen van een aanzienlijke kredietverplichting tegenover de instelling, de moederonderneming of een van haar dochterondernemingen.