Mededeling F.3

Technische voorzieningen van de maatschappijen voor onderlinge borgstelling

Brussel, 2 oktober 2000

I. Inleiding

A. Reglementaire basis

Deze mededeling handelt over de technische voorzieningen beoogd in de artikelen 28 tot 31 van het koninklijk besluit van 30 april 1999 betreffende het statuut en de controle der maatschappijen voor onderlinge borgstelling (hierna "het besluit").

B. Verplichtingen

Artikel 28 van het besluit legt de borgstellingsmaatschappijen de verplichting op technische voorzieningen samen te stellen voor hun borgstellingsovereenkomsten.

Deze voorzieningen hebben zowel betrekking op de lopende als op de vervallen overeenkomsten die nog niet volledig vereffend zijn (meer bepaald de overeenkomsten waarin zich schadegevallen voorgedaan hebben die nog niet volledig geregeld zijn). De voorzieningen moeten samengesteld worden, in welk land het risico ook gelegen is.

Het bedrag van de door de borgstellingsmaatschappijen samen te stellen technische voorzieningen dient op elk ogenblik voldoende te zijn om te waarborgen dat alle uit hun borgstellingsovereenkomsten voortvloeiende verplichtingen kunnen worden nagekomen.

II. Berekeningsmethodes

A. Voorziening voor niet-verdiende premies

1) Begrip

Deze voorziening komt overeen met het deel van de brutopremies van de borgstellingsovereenkomsten dat moet worden toegerekend aan een volgend boekjaar of aan volgende boekjaren om de last van de verliezen, de administratiekosten en de beheerskosten van beleggingen te dekken (art. 29, 1°, a, van het besluit).

2) Berekeningsmethode

Voor elke uitgegeven brutopremie is het op 31 december te voorziene bedrag gelijk aan het bedrag van de premie vermenigvuldigd met de verhouding tussen de looptijd van de dekking in het of de volgende boekjaren en de totale looptijd van de dekking.

Het gedeelte van de premie dat aan zij die herwaarborgen afgestaan wordt, mag niet in mindering gebracht worden.

Voorbeelden :

  • Stel een premie van 1.000 voor een overeenkomst van één jaar die aanvangt op 31 januari 1999. Het op 31/12/99 te voorziene bedrag wordt berekend als volgt :

Na 31 december 1999 moeten immers nog 31 dagen gedekt worden in 2000.

  • Stel een premie van 12.000 voor een overeenkomst van vijf jaar die aanvangt op 15 september 1999. Het op 31/12/99 te voorziene bedrag wordt berekend als volgt :

Na 31 december 1999 moeten immers nog 4 jaar en 257 dagen gedekt worden.

B. Voorziening voor lopende risico's

1) Begrip

Deze voorziening bestaat uit een bedrag ter aanvulling van de voorziening voor niet-verdiende premies. Ze wordt samengesteld wanneer blijkt dat het geschatte geheel van de last van de verliezen en de administratiekosten, betreffende de lopende en door de maatschappij nog te dragen overeenkomsten, hoger zal zijn dan het geheel van de niet-verdiende premies en de verschuldigde premies met betrekking tot deze overeenkomsten (art, 29, 1°, b, van het besluit).

Deze aanvulling is nodig als uit de statistiek van de schadegevallen en de bedrijfskosten blijkt dat de in de laatste drie boekjaren verdiende premies, elk jaar individueel beschouwd, niet volstonden om de last van de verliezen en de administratiekosten van die boekjaren te dekken. Door projectie besluit men daaruit dat de voorziening voor niet-verdiende premies waarschijnlijk eveneens ontoereikend zal zijn.

2) Berekeningsmethode

De berekeningsmethode wordt door de maatschappij zelf bepaald, maar dient door de Controledienst aanvaard te worden. De Controledienst kan eventueel een methode opleggen.

C. Voorziening voor te betalen verliezen

1) Begrip

Deze voorziening beantwoordt aan het totaal van de geschatte uiteindelijke kosten van de afwikkeling van alle al dan niet aangemelde verliezen, verminderd met de bedragen die reeds met betrekking tot zulke verliezen zijn betaald. Ze bevat de schadevergoeding en de externe en de interne beheerskosten van de verliesgevallen (art. 29, 2° van het besluit).

Er mag geen vermindering voor opbrengsten uit beleggingen toegepast worden, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden toegestaan door de controlerende instelling (idem).

De niet-verwezenlijkte terugvorderingen, met inbegrip van de terug te vorderen vrijstellingen, mogen niet in mindering gebracht worden (idem).

2) Berekeningsmethode

De voorziening voor te betalen verliezen wordt berekend dossier per dossier : ze beantwoordt aan het totale bedrag (verschuldigd blijvend saldo van het krediet, te betalen intresten, kosten, vergoedingen…) dat de maatschappij zal moeten betalen aan de begunstigde van de overeenkomst, zonder de tussenkomst van zij die herwaarborgen in mindering te brengen.

Voorbeeld :

Een krediet gedekt door een borgstellingsovereenkomst wordt opgezegd door de kredietinstelling. Het totale bedrag dat de borgtellingsmaatschappij aan de begunstigde zal moeten betalen bedraagt 75.000.

Vanaf de opzegging van het krediet stelt de maatschappij een voorziening voor te betalen verliezen samen voor dat bedrag van 75.000. Deze voorziening wordt verminderd met de door de maatschappij uitgevoerde betalingen.

Aan het geheel van de individuele voorzieningen voegt de maatschappij een voorziening voor de voorgevallen maar nog niet aangegeven verliezen toe als dat nodig blijkt op basis van de ervaring. Het bedrag ervan wordt forfaitair berekend op dezelfde basis.

Bovendien stelt de maatschappij een voorziening samen voor de interne en de externe beheerskosten van de voorgevallen maar nog niet betaalde verliesgevallen. Deze voorziening wordt samengesteld dossier per dossier of globaal. Het bedrag ervan wordt berekend op basis van de werkelijke kosten van de maatschappij.

D. Voorziening voor egalisatie

1) Begrip

Deze voorziening wordt samengesteld met de bedoeling

  • hetzij het niet-terugkerend technisch verlies te compenseren,
  • hetzij de schommelingen van de verliesquota te nivelleren (art. 29, 3° van het besluit).

2) Berekeningsmethode

De berekeningsmethode wordt door de maatschappij zelf bepaald, maar dient door de Controledienst aanvaard te worden. De Controledienst kan eventueel een methode opleggen.

III. Diverse bepalingen

  • Als de gegevens betreffende de te ontvangen premies of te betalen verliezen onvoldoende zouden zijn om nauwkeurige ramingen te maken van de samen te stellen voorzieningen, kan de Controledienst, overeenkomstig artikel 30, de maatschappij verplichten in haar waarderingsregels bepaald voor het opmaken van de jaarrekening een methode op te nemen die haar moet in staat stellen toereikende technische voorzieningen samen te stellen.
  • Zoals voorzien in art. 31 van het besluit dienen de berekeningsmethodes van de technische voorzieningen aan de Controledienst meegedeeld te worden. Dit gebeurt bij het indienen van het toelatingsdossier en nadien bij elke wijziging van methode.

De Voorzitter,

Willy P. LENAERTS.