Eerste Garantieregeling - prudentiële behandeling

6.6 Hoe zullen de risicogewogen activa worden berekend voor blootstellingen die onder de garantieregeling vallen: Mogen we ervan uitgaan dat de overheid dekking verleent, waardoor onze risicogewogen activa worden verminderd?

Het garantieschema is een vorm van synthetische effectisering met als gevolg dat het effectiseringskader van toepassing is (art. 234 CRR). Dit betekent dat, eens de definitieve gegarandeerde portefeuille gekend is op 31 december 2020, de kapitaalsvereisten berekend dienen te worden op basis van het effectiseringskader. Voorafgaand aan de datum van 1 anuari 2021 kan de staatsgarantie niet in rekening gebracht worden als een CRM techniek bij de berekening van kapitaalvereisten voor de onderliggende leningen. De behandeling op basis van dit effectiseringskader is afhankelijk van het feit of er een overdracht is van een aanzienlijk deel van het kredietrisico.. De garantie voor de portefeuille van de bank kan enkel in rekening worden gebracht voor het bepalen van risicogewogen activa onder het effectiseringskader indien een aanzienlijk deel van het kredietrisico werd overgedragen.  De gewaarborgde delen van de tranches zullen hetzelfde risicogewicht worden toegewezen als de rechtstreekse blootstellingen op de garant.

Indien de voorwaarde inzake de overdracht van een aanzienlijk deel van het kredietrisico niet is vervuld of indien de kredietinstelling (vanaf 1 januari 2021) ervoor kiest geen gebruik te maken van deze optie op grond van artikel 247, lid 2, van de CRR, moeten de blootstellingen een risicogewicht krijgen alsof er geen effectisering heeft plaatsgevonden, wat betekent dat in dit geval de garantie niet in aanmerking kan worden genomen.   

Daarom wordt geconcludeerd dat de risicogewogen activa op basis van het effectiseringskader kunnen worden verlaagd, maar nooit zullen toenemen ten opzichte van de risicogewogen activa van ongedekte blootstellingen op de onderliggende blootstellingen van de portefeuille.

6.6/1 Kunnen Significant Risk Transfer – analyses (SRT’s) slechts worden uitgevoerd vanaf eind december 2020, wanneer de referentieportefeuille bekend is?

Ja, tot dan is de garantie niet van kracht. De definitieve portefeuille waarop de garantie van toepassing is, is slechts eind december 2020 bekend. Tot dan wordt de gegarandeerde portefeuille gestaag uitgebreid met nieuwe “gegarandeerde leningen” die voldoen aan de toelaatbaarheidscriteria en die niet worden gedeselecteerd door de instelling. Bijgevolg kan de definitieve SRT-analyse slechts worden uitgevoerd op basis van de definitieve samenstelling van de gegarandeerde portefeuille eind december 2020, wanneer de noodzakelijke betrouwbare verliesparameters betreffende de onderliggende debiteuren van de definitieve portefeuille kunnen worden meegedeeld, op grond waarvan de bevoegde autoriteit kan oordelen of de versoepeling van de kapitaalvereisten wordt gecompenseerd door aanzienlijke risico-overdrachten (wat cruciaal is voor de inaanmerkingneming van de SRT).

Kortom, tot eind december 2020 kunnen kredietinstellingen het effectiseringskader niet toepassen en mogen zij geen rekening houden met de staatsgarantie bij de berekening van hun kapitaalvereisten voor het kredietrisico van de onderliggende blootstellingen.

6.6/2 Mag een kredietinstelling die de standaardbenadering toepast voor de berekening van kapitaalsvereisten voor kredietrisico, bij de berekening van deze kapitaalsvereisten voor elke onderliggende individuele lening en dit buiten het effectiseringskader

Voorbeeld: voor een totaal bedrag van een onderliggende blootstelling van  100  op een bedrijf zonder externe rating en in afwezigheid van andere in aanmerking komende credit risk mitigating (CRM) technieken dan de staatsgarantie.

 

Het risicogewicht voor het bedrag van 3 van de eerste tranche  bedraagt 100%. Het gewogen gemiddeld risicogewicht voor het bedrag van 2 van de tweede tranche bedraagt 50 % en is gelijk aan het gewogen gemiddelde van het deel van de blootstelling zonder garantie (1*100%) en het deel met garantie (1*0%), dat het risicogewicht krijgt van de garantiegever. Het gewogen gemiddeld risicogewicht voor het bedrag van 95  van de derde tranche bedraagt 20 % [(( 19*100%) + (76 *0%))/95]. Het gewogen gemiddelde risicogewicht van de totale individuele blootstelling bedraagt aldus 23% in dit voorbeeld.

 

 

exposure amount

weighted average risk weight

tranche 1

3

100%

tranche2

2

50%

tranche3

95

20%

portfolio

100

23%

 

Antwoord op de vraag: De hierboven voorgestelde berekening van de kapitaalvereisten voor een individuele onderliggende lening van de gegarandeerde portefeuille is NIET toegelaten buiten het effectiseringskader zoals vermeld in het antwoord op vraag 5.6.

Bovendien mag men niet concluderen dat elke individuele lening geniet van dezelfde garantieverdeling als deze die van toepassing is op de portefeuille  (0% overheidsgarantie op eerste schijf van 3, 50% garantie  op schijf 3-5, 80% garantie op schijf 5-100).

Een eenvoudig voorbeeld toont dit aan op een  gegarandeerde portefeuille van  100 die bestaat uit twee onderliggende bedrijfsleningen:

  • Lening 1 aan ontlener A voor een bedrag van 95
  • Lening 2 aan ontlener B  voor een bedrag van 5

Lening 2 gaat in faling en de recovery rate ex post bedraagt 50%, aldus bedraagt het uiteindelijke verlies 2.5. Echter, dit verlies is kleiner dan de  first loss drempel van 3%  die van toepassing is op de portefeuille van 100. Er zal geen garantiebetaling plaats vinden.