3. Geschiktheidsvereisten voor kredietinstellingen die onder het rechtstreeks toezicht van de NBB staan

Regelgevend kader

  1. Art. 3, 83°, 11, 19, 20, 21, 27-31, 60, 61, 62, 62/1, 72, 86, 168, 212, 333, 335, 494, 501, 502, 504-508, 524, 525, 535, 544 en 573-576 van de bankwet 
  2. Art. 3, 64°, 15, 16, 17, 19, 20, 24-30, 31, 38, 56, 61-65, 83-85, 98, 159-201 en 202-208 van de wet op de beursvennootschappen[1]
  3. Art. 10, 20, 21, 34, 37, 59, 144, 167, 175, 176, 179, 181, 186 en 228 van de wet op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld[2]
  4. Art. 36/2, 36/25 en 36/26/1 van de organieke wet[3]
  5. Art. 9, 10, 10bis, 12, 15, 17, 21 en 36 van het koninklijk besluit op de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen[4]
  6. Art. 26 en 27 van Verordening 909/2014 betreffende de centrale effectenbewaarinstellingen (CSDR)[5]
  7. Art. 26 en 27 van Verordening 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
  8. Koninklijk besluit van 8 februari 2022 tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 9 november 2021 met betrekking tot de uitoefening van externe functies door leiders en verantwoordelijken voor een onafhankelijke controlefunctie van gereglementeerde ondernemingen
  9. Koninklijk besluit van 15 april 2018 tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 6 februari 2018 betreffende de deskundigheid van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie
  10. Mededeling NBB_2022_19 van 12 juli 2022 over de uitoefening van externe functies door de leiders en de verantwoordelijken voor onafhankelijke controlefuncties van gereglementeerde ondernemingen
  11. Circulaire NBB_2021_27 van 16 november 2021 tot omzetting van de richtsnoeren van de EBA van 2 juli 2021 voor het beoordelen van de geschiktheid van leden van het leidinggevend orgaan en medewerkers met een sleutelfunctie (EBA/GL/2021/06)
  12. Mededeling NBB_2021_04 van 19 januari 2021 betreffende het project HIVE en de digitalisatie van het “fit & proper”-proces
  13. Circulaire NBB_2018_25 van 18 september 2018 betreffende de geschiktheid van bestuurders, leden van het directiecomité, verantwoordelijken van onafhankelijke controlefuncties en effectieve leiders van financiële instellingen (circulaire tot invoering van dit handboek)
  14. Circulaire NBB_2017_21 van 7 juli 2017 betreffende leningen, kredieten en borgstellingen aan leiders, aandeelhouders en verbonden personen
  15. Handboek Governance voor de banksector (nieuwe versie van 2022)
  16. EBA-richtsnoeren van 2 juli 2021 voor het beoordelen van de geschiktheid van leden van het leidinggevend orgaan en medewerkers met een sleutelfunctie (EBA/GL/2021/06)
  17. EBA-richtsnoeren inzake interne governance van 2 juli 2021 voor de kredietinstellingen (EBA/GL/2021/05) en van 22 november 2021 voor de beleggingsondernemingen (EBA/GL/2021/14)
  18. SSM-Gids voor de beoordeling van de deskundigheid en betrouwbaarheid van december 2021
  19. BCBS-principes: principes 2 en 4

[1] Wet van 20 juli 2022 op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen.

[2] Wet van 11 maart 2018 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen.

[3] Wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België.

[4] Koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen. Er zij opgemerkt dat het begrip “vereffeningsinstellingen” irrelevant is geworden, in die zin dat deze instellingen nu centrale effectenbewaarinstellingen worden genoemd en onder Verordening (EU) nr. 909/2014 (CSDR) vallen. Het koninklijk besluit van 26 september 2005 blijft echter van toepassing op (i) instellingen die ondersteuning verlenen aan een centrale effectenbewaarinstelling en (ii) depositobanken zoals gedefinieerd in de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België.

[5] Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012.