3.8 Beoordeling van de geschiktheid in het kader van een afwikkeling(*)
(*) Punt dat van toepassing is op de onder dit hoofdstuk vallende instellingen waarop de BRRD van toepassing is.
3:174 De geschiktheid van personen die in het kader van een afwikkeling overeenkomstig de artikelen 27 en 28 en artikel 34, lid 1, onder c) van de BRRD nieuw worden benoemd in het wettelijk bestuursorgaan van een instelling, moet door de NBB als bevoegde toezichthouder voor die instelling worden beoordeeld overeenkomstig de in dit hoofdstuk vastgestelde beoordelingscriteria.
3:175 De afwikkelingsautoriteiten stellen de NBB onverwijld in kennis van elke nieuwe benoeming van een of meer leden in het wettelijk bestuursorgaan van de instelling. Bij de benoeming van leden overeenkomstig artikel 34, lid 1, onder c), op grond van de in artikel 63, lid 1, onder l) van de BRRD bedoelde afwikkelingsbevoegdheden, verstrekken de afwikkelingsautoriteiten de NBB zo spoedig mogelijk de nodige documenten om haar in staat te stellen een geschiktheidsbeoordeling uit te voeren.
3:176 Gelet op de spoedeisendheid van de situatie verricht de NBB de geschiktheidsbeoordeling nadat het lid van het wettelijk bestuursorgaan in functie is getreden en zonder onnodige vertraging en zo mogelijk binnen een maand na de datum waarop zij van de benoeming in kennis is gesteld. De NBB stelt de afwikkelingsautoriteit in kennis van de resultaten van de beoordeling.
3:177 De speciaal commissaris die door de afwikkelingsautoriteit in het kader van een afwikkelingsprocedure is aangesteld voor een tijdelijk mandaat dat niet langer duurt dan de afwikkelingsprocedure en die belast is met taken die uitsluitend verband houden met de tenuitvoerlegging van afwikkelingsmaatregelen, overeenkomstig artikel 35 van de BRRD, moet niet worden onderworpen aan een geschiktheidsbeoordeling.