Waarom zijn de goud- en deviezenreserves van de Nationale Bank geen gewone activa?

Vanuit economisch standpunt nemen de reserves een bijzondere positie in, zoals onder meer werd verklaard door professor Paul De Grauwe: "Privé-aandeelhouders mogen geen claim kunnen leggen op de goud- en andere reserves van de Nationale Bank. Die reserves zijn gebaseerd op het geldbeleid en zijn een belegging van de hele gemeenschap."

Ook ethisch gezien is het duidelijk dat deze reserves, die werden opgebouwd dankzij de concurrentiekracht van onze economie en de inspanningen van alle Belgen, niet kunnen worden ingepalmd door een kleine minderheid.

Vanuit juridisch oogpunt heeft de Nationale Bank het eigendomsrecht van deze reserves, in de betekenis van het burgerlijk recht, maar kan ze er niet vrij over beschikken aangezien die tegoeden bestemd zijn voor haar opdrachten van algemeen belang. Deze eigendom is verwant aan een fiduciaire eigendom. De vraag wie uiteindelijk eigenaar is van deze activa stelt zich hoe dan ook niet, zo lang de Nationale Bank haar activiteiten voortzet in "going concern". Indien de Nationale Bank ooit zou verdwijnen - waarvan nog lang geen sprake is - zal de wetgever moeten uitmaken wat er met de activa gebeurt. Waarschijnlijk zouden ze dan samen met de overeenstemmende passiva (voornamelijk de bankbiljetten) moeten worden overgedragen aan de instelling die de Nationale Bank als emissiebank zou vervangen.