Waarom voert de Nationale Bank geen afzonderlijke boekhouding voor haar opdrachten van openbaar belang en voor haar opdrachten "als vennootschap"?
In haar hoedanigheid van centrale bank is de Nationale Bank aan specifieke regels onderworpen voor wat het voeren van haar boekhouding betreft. Het jaarverslag (deel 2) beschrijft het juridische kader van de jaarrekeningen. De Nationale Bank is onderworpen aan wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit Richtsnoer (EU) 2016/2249 van de ECB van 3 november 2016 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het ESCB (ECB/2016/34). Daarnaast stelt zij haar jaarrekeningen op overeenkomstig artikel 33 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van haar organiek statuut. De geldende Belgische boekhoudkundige normen zijn uitdrukkelijk niet op haar van toepassing ingevolge de uitsluitingsclausule van artikel 3:1, § 3, 2° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De regels die van toepassing zijn op de Nationale Bank, voorzien niet in een afzonderlijke boekhouding. Het zou trouwens bijzonder moeilijk (en onvermijdelijk willekeurig) zijn om twee afzonderlijke balansen op te stellen, met een onderscheid tussen de activiteiten van algemeen belang en de overige activiteiten. De twee aspecten van het specifieke en unieke statuut van de Nationale Bank zijn onlosmakelijk verbonden.