Waarin verschilt de Nationale Bank van andere naamloze vennootschappen?

De Nationale Bank is een openbare instelling die in de vorm van een naamloze vennootschap werd opgericht. Zij heeft echter niet als voornaamste doel haar aandeelhouders financiële winst te bezorgen. Haar specifieke rechtspositie, organen en werkingsregels onderscheiden haar van andere naamloze vennootschappen. 

Sinds 1 januari 1999 maakt de Nationale Bank integrerend deel uit van het Eurosysteem, dat als voornaamste opdracht heeft de prijsstabiliteit te handhaven ten behoeve van de gemeenschap. Voortaan moeten de monetaire activiteiten van de Nationale Bank dus in een Europese context worden beschouwd. De Nationale Bank oefent ook tal van andere activiteiten uit, die haar bij wet werden toevertrouwd. De wetgeving hieromtrent heeft het steeds over "opdrachten", waardoor wordt benadrukt dat de Nationale Bank steeds het algemeen belang dient en geen winstoogmerk heeft.

De werking van de Nationale Bank wordt geregeld door het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de bijbehorende statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) en van de Europese Centrale Bank (ECB), door haar organieke wet en haar eigen bij koninklijk besluit goedgekeurde statuten. Pas nadien gelden voor de Nationale Bank, aanvullend, de bepalingen betreffende de naamloze vennootschappen. Die bepalingen gelden uitsluitend voor de materies die niet in de voornoemde teksten worden behandeld en voor zover zij er niet strijdig mee zijn. Wat de samenstelling en de bevoegdheden van de organen van de Nationale Bank betreft, bijvoorbeeld, verschilt de organieke wet van de Nationale Bank derhalve fundamenteel van de bepalingen die van toepassing zijn op de gewone naamloze vennootschappen.

De Nationale Bank, een atypische naamloze vennootschap

De Gouverneur leidt de Nationale Bank. Hij zit het Directiecomité en het Afwikkelingscollege voor, evenals de Regentenraad, wanneer deze van gedachten wisselt over de algemene kwesties met betrekking tot de Bank, het monetaire beleid en de economische toestand van het land en van de Europese Unie, het toezicht op elke sector die onder het toezicht van de Bank staat, de Belgische, Europese en internationale ontwikkelingen op het gebied van het toezicht, en in het algemeen elke ontwikkeling betreffende het financieel stelsel dat onder toezicht van de Bank staat.

Het Directiecomité bestuurt en beheert de Nationale Bank, stelt de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening op en beschikt over de residuaire bevoegdheid die in de klassieke naamloze vennootschappen bij de raad van bestuur berust. De Koning benoemt de gouverneur en de andere leden van het Directiecomité, de laatstgenoemden op voordracht van de Regentenraad. 

De goedkeuring van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag, alsook de winstverdeling ressorteren onder de Regentenraad. Dat orgaan verleent ook decharge aan de leden van het Directiecomité. Bovendien is de Regentenraad bevoegd om de statuten te wijzigen teneinde deze in overeenstemming te brengen met de organieke wet en de voor België bindende internationale verplichtingen.

De algemene vergadering van de Nationale Bank vertegenwoordigt de algemeenheid van de aandeelhouders. Zij wordt voorgezeten door de gouverneur, die het jaarverslag aan haar presenteert. Anders dan bij de overige naamloze vennootschappen wordt zij door de wet niet als een orgaan beschouwd. Haar bevoegdheden zijn beperkt. Zij neemt kennis van het jaarverslag van het afgelopen boekjaar, verkiest de regenten (aan de hand van lijsten waarop per mandaat telkens twee kandidaten worden voorgedragen door de minister van Financiën en door de in de organieke wet aangewezen organisaties). Zij stelt tevens de bedrijfsrevisoren aan op voordracht van de Ondernemingsraad. De algemene vergadering is bevoegd om de statuten te wijzigen ingeval die bevoegdheid niet toegewezen is aan de Regentenraad. Zij kan bovendien beraadslagen over de zaken vermeld in de bijeenroepingsbrief, over die welke haar worden voorgelegd door de Regentenraad en over de door een of meerdere aandeelhouders die samen minstens 3% van het maatschappelijk kapitaal bezitten ondertekende voorstellen, die ten minste tweeëntwintig dagen voor de vergadering aan de Regentenraad werden medegedeeld om ze op de agenda te plaatsen.

De minister van Financiën heeft het recht controle uit te oefenen op de opdrachten en verrichtingen van de Nationale Bank die niet onder het ESCB ressorteren, op haar opdrachten met betrekking tot het prudentieel toezicht en op haar opdrachten om bij te dragen aan de stabiliteit van het financiële stelsel en kan in dat opzicht opkomen tegen de uitvoering van elke maatregel die strijdig zou zijn met de wet, met de statuten of met ‘s Rijks belangen. Zijn vertegenwoordiger woont van rechtswege de vergaderingen van de Regentenraad bij.

De bedrijfsrevisor, die door de algemene vergadering van de Nationale Bank wordt aangesteld op voordracht van de Ondernemingsraad, oefent de bij artikel 27.1 van de statuten van het ESCB bepaalde toezichthoudende bevoegdheid uit. Hij brengt erover verslag uit aan de Regentenraad, het orgaan dat belast is met de goedkeuring van de jaarrekening. Bovendien oefent hij een specifieke controle- en informatieopdracht uit tegenover de Ondernemingsraad.