Vastgoed

Vraag besproken op de algemene vergadering van 2007

De Bank is eigenaar van haar zetel te Brussel, van de vestigingen te Antwerpen, Bergen, Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Luik en Namen, alsook van een sport- en opleidingscentrum te Sint-Agatha-Berchem.

Wanneer een gebouw waarvan zij eigenaar is, niet langer dienstbaar is voor haar activiteiten , wordt het verkocht.

Zo werd, in de loop van het boekjaar 2006, de vestiging te Aarlen verkocht (voor een bedrag van 1,27 miljoen euro) en zal de vestiging te Brugge worden verkocht in de loop van 2007.

De gerealiseerde meerwaarde op vastgoedverkopen is niet onderworpen aan de 3%-regel (art. 29 organieke wet/artikel 53 statuten), aangezien het niet om de opbrengst van een rentegevend actief gaat.

De opbrengst van deze vastgoedverkopen wordt geboekt in Post VI van de resultatenrekening ('overige opbrengsten') en draagt op die manier bij tot de winst van het boekjaar, die verdeeld wordt overeenkomstig de regels beschreven in artikel 32 van de organieke wet en artikel 49 van de statuten die voorzien in een preferent aandeel in de winst voor de soevereine Staat van één vijfde (na aftrek van het eerste dividend (ten belope van 6% van het kapitaal), een eerste dotatie aan de reserve en aftrek van het aandeel in de winst van het personeel of ten behoeve van instellingen te zijnen voordele).

De Bank voert geen schatting uit teneinde de realisatiewaarde van haar gebouwen te achterhalen. Gelet op de bijzondere aard van deze gebouwen is het trouwens erg moeilijk om de realisatiewaarde betrouwbaar in te schatten. In ieder geval zijn het niet de verzekerde waarde en de oppervlakte die het mogelijk maken om de venale waarde van deze gebouwen te schatten. De Bank is dan ook van mening dat het niet nuttig is deze gegevens bekend te maken.