Liquiditeitsinjecties in het kader van het monetaire beleid en verstrekking van noodliquiditeiten

Vraag besproken op de algemene vergadering van 2008

Sedert augustus 2007 heeft de Europese Centrale Bank meermaals extra liquiditeiten in de financiële markten geïnjecteerd in het kader van de tenuitvoerlegging van het monetaire beleid van het eurogebied.  Deze liquiditeiten werden verstrekt in de vorm van kredieten aan de banken gewaarborgd door effecten of bancaire kredieten die beantwoorden aan zeer strikte kwaliteitscriteria.  Aangezien het monetaire beleid van het eurogebied op gedecentraliseerde wijze ten uitvoer wordt gelegd, worden deze kredieten geboekt op de balans van de nationale centrale bank van het land waarin de kredietnemende bank gevestigd is. De risico's van verliezen op deze kredieten worden echter gedragen door het geheel van het Eurosysteem, in verhouding tot het aandeel van elke NCB in het kapitaal van de ECB.

Het risico dat er verlies wordt geleden is beperkt, aangezien er daartoe twee voorwaarden samen vervuld moeten zijn, namelijk dat de kredietnemende bank in gebreke blijft en dat er een minderwaarde wordt geboekt bij het te gelde maken van het onderpand.

Bovendien zouden de nationale centrale banken, in het kader van hun wettelijke opdracht om bij te dragen tot de stabiliteit van het financiële stelsel en buiten de voorwaarden voorzien voor de liquiditeitsinjecties binnen het kader van het monetaire beleid, het nodig kunnen achten liquiditeiten te verstrekken aan een in hun land gevestigde bank met liquiditeitsproblemen.  Ze zullen dat echter alleen doen als de begunstigde bank solvabel is en daarvoor passend onderpand eisen.  Als de bank niet meer solvabel is, zijn mogelijke steunmaatregelen niet langer een zaak van de centrale banken, maar van de overheid.