Het mandaat van de bedrijfsrevisor van de Nationale Bank

De Nationale Bank benoemt een bedrijfsrevisor in overeenstemming met artikel 27.1 van Protocol nr. 4 betreffende de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank, aangehecht bij de Europese Verdragen. Deze bedrijfsrevisor oefent zijn mandaat uit conform artikel 21bis van de organieke wet.

Binnen het specifieke rechtskader van toepassing op de Bank is de Regentenraad bevoegd voor de goedkeuring van de jaarrekening en het jaarverslag (zie artikel 20.4 van de organieke wet en artikelen 30.5 en 30.8 van de statuten). Het verslag van de bedrijfsrevisor is dan ook gericht aan de Regentenraad, als bevoegd orgaan.

Na goedkeuring door de Regentenraad worden de jaarrekening en het jaarverslag gepresenteerd aan de algemene vergadering van aandeelhouders (zie artikel 28.3 en artikel 61 van de statuten). Gelet op de beperkte bevoegdheid van de algemene vergadering beraadslaagt deze niet over het verslag van de bedrijfsrevisor. In overeenstemming met het toepasselijk wettelijk kader is de aanwezigheid van de bedrijfsrevisor tijdens de algemene vergadering dan ook niet voorzien.