De winstdeelname van het personeel en de aandeelhouders

Vraag besproken op de algemene vergadering van 2006

De winstdeelname van de aandeelhouders is het resultaat van de optelsom van een eerste dividend van 6% op het kapitaal en een tweede, door de Regentenraad vast te stellen dividend. Dit tweede dividend maakt het voorwerp uit van een dividendbeleid. Zoals bekend voert de Bank een stabiel dividendbeleid waarbij zij ernaar streeft de groei van het jaarlijks dividend lichtjes te laten uitkomen boven de inflatie. Op die manier beschermt de Bank haar aandeelhouders tegen de volatiliteit van haar resultaat, dat vooral afhankelijk is van externe factoren zoals de vraag naar biljetten en het wisselkoersverloop.

Het deel van de winst dat wordt toegekend aan het personeel of aan instellingen te zijnen voordele, maakt geen voorwerp uit van een beleid, doch is het resultaat van een wettelijke verdeelsleutel waarvan niet kan worden afgeweken (art. 32, 2°, b) Organieke Wet). Het winstaandeel van het personeel bedraagt 8% van het overschot van de jaarlijkse winsten na toekenning van het eerste dividend.

In jaren met grote winsten kan de personeelsdeelname in de winst (voorwerp van een wettelijke verdeelsleutel) groter zijn dan het totale dividend (voorwerp van een dividendbeleid). In magere jaren zal het effect omgekeerd zijn.

Dit doet evenwel geen afbreuk aan de verantwoording van het gevoerde dividendbeleid dat precies een loskoppeling van het volatiel resultaat beoogt.

Evenmin kan hieruit worden afgeleid dat de individuele winstdeelname van een personeelslid sterk volatiel is en in jaren met grote winsten hoog oploopt. Er werd immers bij collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegd dat ieder personeelslid jaarlijks een winstaandeel ontvangt dat 10% bedraagt van zijn/haar bezoldigingen van het afgelopen kalenderjaar. De grootte van het ontvangen bedrag is derhalve enkel afhankelijk van de hoogte van het loon, en niet van de winst van de Bank. In die zin is het in werkelijkheid uitgekeerde winstaandeel vergelijkbaar met een dertiende maand bij andere ondernemingen.

Voor de financiering van deze uitkering wordt geput uit het winstaandeel van het personeel. Voor de jaren waarin dat niet volstaat, wordt het saldo geboekt als personeelskosten.

De Bank heeft het hoge personeelsaandeel in de winst van 2005 aangegrepen om de boekingswijze ervan beter in overeenstemming te brengen met de algemene boekhoudkundige regels. Vanaf de jaarrekening 2006 zal het aandeel in de winst dat toekomt aan het personeel of instellingen te zijnen voordele volledig worden toegerekend aan het boekjaar waarin het is verworven. Voor het overgangsjaar 2005 wordt € 14,2 miljoen toegerekend aan boekjaar 2005 en het saldo aan het boekjaar 2006.