Home » Blog » Oorzaken en gevolgen van de hoge inflatie

Oorzaken en gevolgen van de hoge inflatie

12 april 2022
Inflatie
De snel stijgende prijzen laten niemand onberoerd en ook het Federale Parlement buigt zich over deze materie. Daarom was ik er op woensdag 30 maart te gast in de Commissie Financiën en Begroting. In een hoorzitting wilden de parlementsleden meer weten over de oorzaken van de hoge inflatie en wat de gevolgen ervan zijn voor het monetair beleid, de werking van onze economie en de overheidsfinanciën. De oorlog in Oekraïne maakte het gesprek uiteraard nog actueler.

Via de meer dan drie uur durende livestream kan je de volledige uiteenzetting en het vraaggesprek met de commissieleden bekijken. Wie minder tijd heeft en een snelle update wil, gids ik graag door de belangrijkste boodschappen die ik gaf. De presentatie die ik gebruikte is ook beschikbaar en bevat heel wat cijfermateriaal en grafieken.

Als moderne centrale bank die ten dienste staat van de maatschappij, willen we graag onze expertise delen. Dat doen we niet enkel via onze publicaties, webinars, interviews of toespraken voor het brede of meer gespecialiseerde publiek. De federale regering en verschillende parlementen van ons land doen ook regelmatig een beroep op onze experts om een vraag te bestuderen of in een hoorzitting toelichting te geven bij de actualiteit. Nadat ik eind februari 2022 ons jaarverslag 2021 voorstelde aan de Kamercommissie Financiën en Begroting, was ik er dus op 30 maart opnieuw te gast. Dit keer verdiepten we ons in de oorzaken en gevolgen van de hoge inflatie, een probleem dat door de oorlog in Oekraïne alleen maar dreigt te verergeren.

Voordat de oorlog uitbrak, was de inflatie al fors gestegen in het kielzog van het economische herstel na de pandemie. De onverwacht snelle heropleving van de vraag botste op strubbelingen aan de aanbodkant van de economie, met hogere prijzen als resultaat. Daarbovenop kwamen zogenaamde basiseffecten: de inflatie vergelijkt de prijzen van vandaag met die van een jaar geleden en doordat sommige prijzen tijdens de lockdowns crashten geven de inflatiecijfers een vertekend beeld van de recente prijsdynamiek. Heel wat inflatie was van buitenlandse oorsprong en dat betekent dus een verarming voor onze economie. Gelukkig wisten de snelle groei en robuuste jobcreatie die wat te compenseren. Met de oorlog liggen de kaarten anders: de oorlog is slecht nieuws voor de aanbodzijde van de economie (duurdere energie, schaarse grondstoffen die we invoeren) en zal ook de vraag afremmen. Samengevat verwachten we hogere inflatie en lagere groei, net als andere voorspellers. Omdat het vertrekpunt zo goed is, voorspellen we geen recessie of economische terugval, maar er bestaat wel een duidelijk risico op een neerwaartse beweging.

 

De oorlog is slecht nieuws voor de aanbodzijde van de economie en zal ook de vraag afremmen. We verwachten dus hogere inflatie en lagere groei.
Pierre Wunsch

Beleidsmakers moeten deze ontwikkelingen in aanmerking nemen. Het monetair beleid moet de inflatie in het eurogebied onder controle houden. Over dat monetair beleid beslissen we gezamenlijk in Frankfurt: daar zetel ik als gouverneur in persoonlijke naam en mijn standpunt bepaal ik er op grond van de situatie in het eurogebied, niet op basis van die in België. Omdat de huidige inflatieopstoot vooral afkomstig is van buiten het eurogebied, kan het monetair beleid er weinig aan doen. We verwachten nu wel dat de inflatie in het eurogebied rond de 2 %-doelstelling zal stabiliseren en daarom moet de ondersteuning door het monetair beleid geleidelijk aan worden afgebouwd. Omdat de inflatievooruitzichten in de VS hoger zijn, zal de verstrakking daar sneller gebeuren dan in het eurogebied.

Een antwoord bieden op de inflatie

De inflatie is niet zonder gevolgen voor België, en de beleidsmakers in ons land moeten er een gepast antwoord op bieden. De duurdere invoer maakt ons armer en die last moet op een gepaste manier over iedereen worden verdeeld. Dat is een eerste belangrijke uitdaging. Zoals de onderstaande grafiek toont, zou de verarming kleiner uitvallen dan tijdens de olieschokken van de jaren zeventig, maar we kunnen ze niet negeren. Omdat lonen en uitkeringen in ons land grotendeels automatisch aan de levensduurte worden aangepast, zijn de werknemers gemiddeld goed beschermd, zelfs al werkt het indexeringsmechanisme met een zekere vertraging. Omdat armere gezinnen een groter deel van hun budget besteden aan energie en die fors duurder werd, heeft de federale regering compenserende maatregelen genomen. De indexering gaat hand in hand met de zogenaamde “Wet van 96” (wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen) die erover waakt dat de loonkosten in België gelijke tred houden met die in de buurlanden. De hoge inflatie vandaag leidt onvermijdelijk tot hoge loongroei morgen en de loonkloof met de buurlanden is hoe dan ook een aandachtspunt. Onze verwachting is wel dat de fors hogere lonen niet leiden tot galopperende inflatie: bedrijven hebben momenteel best hoge winstmarges en kunnen die buffers gebruiken om al te sterke en aanhoudende prijsstijgingen te vermijden.

Bron: AWM database, Eurostat, NBB en eigen berekeningen. De grafiek toont hoe veranderingen van de in- en uitvoerprijzen (bij onveranderde in- en uitvoervolumes) het voor de hele economie reële beschikbare inkomen beïnvloeden, in % van het bbp.

Zorgen voor een houdbare overheidsschuld

Hoewel de btw-ontvangsten op energie toenemen als de energieprijzen stijgen, is de impact van duurdere invoer en van de oorlog in Oekraïne zonder twijfel slecht nieuws voor de begroting. De Belgische overheidsschuld zal wel minder zwaar wegen omdat ze doorgaans uitgedrukt wordt als een aandeel van het bruto binnenlands product (bbp). Dat bbp nam over het laatste jaar flink toe door de stijgende lonen en winsten en die tendens zet zich naar verwachting nog door. Toch is er geen reden om de hoge schuld niet aan te pakken: in het zog van de aantrekkende inflatie klom ook de rente die de schatkist moet betalen op nieuwe leningen, en die hogere financieringskost zal zich laten voelen. Omdat de looptijd van de overheidsschuld bijna 10 jaar is, is dat een traag proces. Dat biedt dan ook de ruimte om een plan op te stellen dat de houdbaarheid van de overheidsschuld kan vrijwaren, in álle omstandigheden. Dat is een tweede belangrijke uitdaging voor de Belgische beleidsmakers.

De commissieleden waardeerden onze didactische aanpak en stelden achteraf meer dan twintig vragen. Daarbij gingen we ook dieper in op de nieuwe monetairbeleidsstrategie van de ECB en welke rol de klimaatverandering daarin zal spelen. Dat liet me toe een aantal elementen in herinnering te brengen van mijn speech in oktober 2021 die mijn denken en standpunt in dat dossier samenvat. Kortom, de Bank stelde die namiddag haar expertise opnieuw ten dienste van de samenleving

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte

Ontvang regelmatig alle nieuwe blogartikelen direct in je inbox.