Home » Blog » Bazel IV: het sluitstuk van de jarenlange bankhervormingen

Bazel IV: het sluitstuk van de jarenlange bankhervormingen

19 mei 2022
Bankentoezicht
Vijftien jaar na de financiële crisis van 2008 kunnen we eindelijk een punt zetten achter de invoering van de Bazelakkoorden. Nu ja, een punt zetten… Het laatste pakket maatregelen moet nog omgezet worden in de EU-wetgeving en daar knelt het schoentje. De Nationale Bank trekt aan de alarmbel: een verwaterde versie van de Bazel IV-afspraken volstaat niet om de financiële stabiliteit te garanderen.

Na jarenlang onderhandelen verscheen er in december 2017 eindelijk witte rook bij de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) in Bazel, die het financiële toezicht door centrale banken en nationale toezichthouders wereldwijd coördineert. Het Bazels Comité voor bankentoezicht van de BIS (BCBS) keurde toen het zogenoemde Bazel IV-pakket goed, dat de finale elementen van het Bazel III-hervormingspakket omvat. De krijtlijnen daarvan waren al heel lang bekend.

Krijtlijnen van Bazel IV

De Bazelakkoorden zijn internationale bankhervormingen die strikte vereisten vastleggen voor het eigen vermogen van Europese banken, met als bedoeling dat ze financieel steviger in het zadel zitten bij crisissituaties. De Bazel III-hervormingen na de financiële crisis van 2008 spitsten zich toe op het aanleggen van bijkomende kapitaalbuffers en de kwaliteit van het kapitaal waaruit deze buffers samengesteld zijn. Ook werden nieuwe liquiditeitsbuffers ingevoerd. Bij het sluitstuk van die hervormingen, Bazel IV, ligt de nadruk op de manier waarop die kapitaalsvereisten voor banken berekend worden: het bepalen van de risicogewogen activa.

Kapitaalsvereisten voor banken worden bepaald door het risico dat de bank neemt. Daartoe krijgt elke blootstelling van de bank een bepaald risicogewicht. Onder ‘blootstelling’ verstaan we alle activa zoals leningen of obligaties maar ook buitenbalansverplichtingen zoals kredietlijnen. Risicogewichten kunnen op twee manieren worden bepaald: ofwel gebruiken banken een standaard risicogewicht, dat per activaklasse wordt bepaald door de toezichthouder, ofwel maken ze gebruik van interne statistische modellen, die gevalideerd worden door de toezichthouder.

Door interne modellen te gebruiken vanaf 2006 verkregen de banken genereus lagere risicogewichten, waardoor ze aan veel lagere kapitaalsvereisten moesten voldoen dan wanneer ze de standaardbenadering gebruikten. Uit de financiële crisis is gebleken dat dit gevaarlijk kan zijn. Daarom laat het Bazel IV-pakket niet toe dat de banken die interne modellen nog gebruiken voor bepaalde risico’s (bijvoorbeeld operationeel risico) en voor blootstellingen op bepaalde tegenpartijen (bijvoorbeeld op heel grote bedrijven). Voor alle andere tegenpartijen legt Bazel IV bovendien minimumniveaus op voor de parameters en de risicogewichten die deze interne modellen opleveren.

Pièce de résistance

Over deze hervormingen werd snel een akkoord gevonden. Maar de onderhandelingen bleven lange tijd rondjes draaien rond het absolute ‘pièce de résistance’ van het Bazel IV-pakket: de zogenoemde ‘output floor’. De gedachte achter die output floor is dat de twee manieren waarop de totale risicogewogen activa kunnen berekend worden, niet te veel mogen verschillen van elkaar. Concreet bestond er discussie over het percentage dat het resultaat van de interne modellen lager mag zijn dan dat van de standaardbenadering.

Meer dan een jaar lang ging de discussie binnen het Bazelcomité bijna uitsluitend over hoe groot dit verschil tussen de standaardbenadering en de methode met de interne modellen mocht zijn. Oorspronkelijk werd zowel een klein als vrij ruim verschil overwogen. Wat niet hielp in de onderhandelingen was dat de impact van de output floor zeer sterk verschilt van regio tot regio. Zo blijkt uit een regelmatige monitoring uitgevoerd door de BCBS dat de impact voor banken in de VS veel beperkter is dan voor Europese banken. In de VS beperkte de toezichthouder al veel sneller het gebruik van interne modellen, terwijl de Europese toezichthouders vooral inzetten op het verbeteren van de modellen zelf.

Uiteindelijk werd de output floor eind 2017 op 72,5 % vastgelegd.  

De twee manieren waarop de risicogewogen activa berekend kunnen worden - de standaardbenadering en interne modellen - mogen niet te veel verschillen van elkaar.

Corona doet de koers wijzigen

Een volgende stap was de invoering van dit raamwerk in de EU. De Europese Commissie vroeg advies aan de EBA over de technische invoering van dit stevige pakket. Na anderhalf jaar hard werk van bijna alle technische werkgroepen van de EBA werd er in de zomer van 2019 een lijvig advies gepubliceerd over hoe we de veelal high level teksten van Bazel concreet zouden moeten toepassen in de EU, en welke keuzes we moesten maken voor bepaalde beleidsopties in het Bazelpakket.
Vanaf dat moment was het aan de Europese Commissie om met een voorstel te komen en het Europese besluitvormingsproces op gang te trekken. Maar toen kwam corona…dit leidde niet alleen tot een vertraging, maar wijzigde ook de ‘mindset’.

Na de globale financiële crisis van 2008, die mee veroorzaakt werd door dereguleringen, hadden toezichthouders de wind in de zeilen om strengere regels te onderhandelen. De dure reddingsacties van vele banken door de publieke overheden met geld van de belastingbetaler lagen nog vers in het geheugen. Maar dat momentum lijkt door de coronacrisis verdwenen. Banken moeten de handen – en dus het kapitaal – vrij hebben om het economische herstel te financieren. Strenge regels perken de economische groei in, zo lijkt het mantra nu. Tegen die achtergrond kwam de Europese Commissie eind oktober 2021 met een voorstel van Europese uitvoering dat een verwaterde versie is van de internationale Bazel IV-afspraken.

Na de globale financiële crisis van 2008, die mee veroorzaakt werd door dereguleringen, hadden toezichthouders de wind in de zeilen om strengere regels te onderhandelen. Maar dat momentum lijkt door de coronacrisis verdwenen.

De NBB trekt aan de alarmbel

Solide financiële regelgeving, zo blijkt uit macro-economisch onderzoek, heeft op de middellange en lange termijn een grote positieve impact op de economische groei en op de kredietverlening.  Dat komt niet alleen de financiële stabiliteit maar ook onze welvaart ten goede. De internationale standaarden afzwakken brengt die positieve impact in gevaar.

De Nationale Bank trok daarom al vorig jaar aan de alarmbel. Samen met een groot aantal andere nationale centrale banken en toezichthouders uit Europa riepen we de Commissie op om de letter én de geest van de Bazelakkoorden te respecteren, inclusief een getrouwe toepassing van de output floor.

Op dit moment onderhandelt de Raad van EU over de invoering van Bazel IV in Europa. De Belgische vertegenwoordigers ijveren er voor een consistente invoering van het Bazelakkoord. Alleen zo blijven we de financiële stabiliteit garanderen, die essentieel is voor een sterke economie.

Alleen met een consistente invoering van het Bazelakkoord blijven we de financiële stabiliteit garanderen.

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte

Ontvang regelmatig alle nieuwe blogartikelen direct in je inbox.