Wat verklaarde de zwakte in de verwerkende nijverheid in 2018-2019?

De verwerkende nijverheid in het eurogebied vertraagde in 2018 en 2019 sterker dan elders vanwege het grotere belang van de uitvoer, in een internationale omgeving gekenmerkt door toegenomen handelsspanningen en onzekerheid.

Begin 2018 begonnen bepaalde vertrouwensindicatoren, zoals de PMI in de verwerkende nijverheid, wereldwijd te verslechteren. Die tendens was evenwel meer uitgesproken in het eurogebied dan in andere grote economieën, zoals de Verenigde Staten en China. De vertraging in de verwerkende nijverheid bleef niet beperkt tot het vertrouwen, maar werd ook bevestigd door de zogeheten harde indicatoren, zoals de industriële productie of de toegevoegde waarde in de verwerkende nijverheid. Ook op het vlak van de harde indicatoren was de daling in het eurogebied meer uitgesproken dan elders.

De afgelopen jaren werden gekenmerkt door toenemende internationale onzekerheden, met name vanwege de oplopende handelsspanningen en de stijgende tendens tot protectionisme. Die toegenomen onzekerheid uitte zich in verscheidene grote economieën door een vertraging van de investeringen, ondanks een nog steeds gunstig investeringsklimaat. Investeringen zijn doorgaans sterk handelsintensief en de vertraging ervan drukte derhalve bijkomend de internationale handelsstromen. Daarbovenop kwam nog de herbalancering van de Chinese economie in de richting van een meer op binnenlandse consumptie en invoersubstitutie gericht economisch model.

Het uiteindelijk resultaat was een duidelijke vertraging in de groei van de wereldhandel, die eind 2019 zelfs negatief werd. Het eurogebied is, vergeleken met andere grote economieën, kwetsbaarder voor een dergelijke vertraging aangezien zijn toegevoegde waarde in grotere mate voor de uitvoer bestemd is. Dat verklaart waarom de verwerkende nijverheid in het eurogebied zwaardere klappen kreeg dan die van de Verenigde Staten of China.

Terwijl de verwerkende nijverheid in het eurogebied en in de buurlanden aan toegevoegde waarde heeft verloren, was dat in België overigens amper het geval. Die relatief betere prestatie is deels terug te voeren op de samenstelling van de Belgische verwerkende nijverheid, die in hogere mate gericht is op minder conjunctuurgevoelige industrietakken, zoals farmaceutische producten en voeding en drank. Bovendien lieten die specifieke bedrijfstakken in België ook een relatief sterkere groei optekenen dan in het eurogebied.