Wat is de macro-economische impact van de recente Amerikaanse begrotingsstimulans?

Het Amerikaanse begrotingsbeleid werd expansiever onder president Donald Trump, en dat in een context waarin de economie al een min of meer volledige werkgelegenheid kende. Meer in het bijzonder besloot de Amerikaanse regering eind 2017 de belastingdruk te verlagen voor bedrijven en, in mindere mate, voor gezinnen (de Tax Cuts and Jobs Act, TCJA).  Begin 2018 besloot ze overigens de overheidsuitgaven voor 2018 en 2019 op te voeren (de Bipartisan Budget Act, BBA).  Aangezien deze maatregelen de overheidsinkomsten verlagen en de overheidsuitgaven verhogen, dragen ze bij tot een verdere opbouw van het overheidstekort en van de staatsschuld van de Verenigde Staten.

Volgens de eenvoudige logica van het standaard economisch denken, steunen budgettaire stimuleringsmaatregelen de economische bedrijvigheid en doet een sterke economie de prijzen stijgen.  Welke economische impact heeft het recente Amerikaanse begrotingspakket nu gehad? In dit artikel wordt naar een antwoord gezocht op deze vraag en wordt in het bijzonder aandacht besteed aan het verband tussen een begrotingsstimulans en inflatie.

Wat de eerste effecten betreft, lijkt de reactie van de macro-economische variabelen tot nog toe eerder beperkt. In 2018 was de impact op de economische groei in lijn met de ramingen, zijnde zowat 0,6% van het bbp. De inflatie bleef daarentegen nagenoeg ongewijzigd. Dat is geen verrassing, aangezien zowel de economische theorie als het empirisch onderzoek een eerder dubbelzinnig en zwak verband tussen overheidstekorten en prijsontwikkelingen aantonen. 

Het is echter moeilijk om het precieze effect van de begrotingsmaatregelen te bepalen aangezien ook andere factoren de economie op hetzelfde ogenblik kunnen beïnvloeden. In de beschouwde periode werd het monetair beleid van de VS bijvoorbeeld aanzienlijk krapper, verhoogden de handelstarieven en speelden er meerdere inflatieremmende krachten. Al die factoren kunnen de impact van de begrotingsstimulans op de economie doen vervagen.

De Amerikaanse inflatie heeft dan wel amper gereageerd op de aanzienlijke begrotingsstimulans, maar toch kan een scenario met hogere inflatie in de toekomst niet volledig worden uitgesloten. De relatie tussen economische bedrijvigheid en inflatie zou in de context van een oververhitte economie immers plots en snel kunnen versterken. Bovendien zou een herziening van de houdbaarheid van de overheidsschuld desgevallend kunnen leiden tot een opwaartse aanpassing van de inflatieverwachtingen.

Hoewel het risico op versnelde inflatie(verwachtingen) door de begrotingsmaatregelen vandaag beperkt lijkt, zal de toekomstige impact van het begrotingsbeleid op de prijsontwikkelingen niet alleen afhangen van de toekomstige begrotingsmaatregelen van de Amerikaanse beleidsmakers, maar ook van hun communicatie over het verloop van de Amerikaanse overheidsschuld en over de interacties tussen het begrotingsbeleid en het monetair beleid.