Perscommuniqué - Structuur en verdeling van het gezinsvermogen: een analyse op basis van de HFCS

Artikel gepubliceerd in het Economisch Tijdschrift van september 2013

Het vermogen van de gezinnen, zowel het financiële als het reële, kan geraamd worden op basis van statistische bronnen. Het globale financiële vermogen van de gezinnen kan worden afgeleid uit de financiële rekeningen, en het globale reële vermogen kan worden geschat aan de hand van ramingen van het vastgoedbezit en van de vastgoedprijzen. Deze macro-economische informatiebronnen leren echter weinig over de verdeling van het vermogen onder de gezinnen. Hiervoor zijn micro-economische enquêtegegevens nodig. Dergelijke micro-economische informatie is vervat in de Household Finance and Consumption Survey (HFCS) die door de Bank georganiseerd was in de context van een onderzoeksnetwerk dat door het Eurosysteem opgericht is geweest en door de ECB gecoördineerd is.

De finale gegevens van de eerste golf van deze enquête worden in dit artikel gebruikt om de structuur en de verdeling van het vermogende van de Belgische gezinnen te analyseren. Eerst worden de bezittingen op de actiefzijde van de balans van de gezinnen besproken. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen reële en financiële activa. De HFCS hanteert een ruime definitie van reële en financiële activa van de gezinnen en vraagt de gezinnen telkens 1) of ze een bepaald actief bezitten en 2) hoeveel het actief waard is. De enquête leert dus niet alleen iets over de participatiegraad (de deelname van gezinnen in de verschillende beleggingsvormen) maar ook over de waardering van die beleggingen. Vervolgens komen de schulden op de passiefzijde van de balans van de gezinnen aan bod. Het gaat hier niet alleen om hypothecaire schulden in het kader van de aankoop van de eigen voornaamste verblijfplaats of van ander vastgoed maar ook over niet-hypothecaire schulden, zoals kredietlijnen en rekeningtekorten, uitstaande schulden op kredietkaarten en andere schulden (consumentenkrediet, autoleningen, …). Het geheel wordt afgerond door een analyse te maken van het nettovermogen van de gezinnen. Hierbij wordt speciaal aandacht besteed aan de verdeling van dat nettovermogen onder de Belgische gezinnen, en wordt een vergelijking gemaakt met de verdeling van de inkomens. Ook een vergelijking met de andere landen van het eurogebied komt aan bod.

Alle bezittingen en schulden in aanmerking genomen, kan het vermogen van de Belgische gezinnen in internationaal perspectief als hoog bestempeld worden. Het vermogen blijkt ongelijker verdeeld te zijn dan het inkomen. Er komen aanzienlijke verschillen tussen landen van het eurogebied naar boven, waarbij reële activa en hypothecaire schulden een belangrijke rol spelen. Wat de activa van de gezinnen betreft, stellen we grote internationale verschillen vast in het bezit van de eigen woonst. In België bezitten zeven op de tien gezinnen hun voornaamste verblijfplaats (zes op tien in het eurogebied). Er is een lage participatie in de meeste financiële activa andere dan deposito's, behalve voor de rijkste gezinnen. Enkel in het hoogste inkomenskwintiel bezitten meer dan één op vijf Belgische gezinnen beursgenoteerde aandelen of participaties in gemeenschappelijke beleggingsfondsen. Het inkomensprofiel van de participatie in de derde pensioenpijler is meer uitgesproken. Die participatie gaat in België van minder dan 20 % voor het laagste inkomenskwintiel tot meer dan 60 % voor het hoogste kwintiel. Wat de schulden betreft, observeren we een relatief laag aandeel van gezinnen met schuld in het eurogebied, maar opnieuw blijken er grote internationale verschillen te zijn. Gezinnen met schuld hebben echter soms een aanzienlijke schuldenlast. In België heeft minder dan de helft van de gezinnen schulden. Drie op tien Belgische gezinnen heeft een hypothecair krediet lopen. Het uitstaand saldo van dit krediet bedraagt in doorsnee (conditionele mediaanwaarde) vijf keer het bruto jaarinkomen van een gezin in het laagste inkomenskwintiel. Voor gezinnen in het hoogste inkomenskwintiel bedraagt deze hypothecaire schuld-inkomen-ratio minder dan een jaar.

De HFCS is een rijke en, zeker voor België, betrouwbare statistische bron met heel wat nieuwe informatie over de gezinsfinanciën in ruime zin. De micro-economische statistieken van de HFCS zijn vooral geschikt voor structurele analyses, maar macro-economische bronnen blijven aangewezen voor globale analyses.