Rechtbank van koophandel bevestigt correcte opmaak jaarrekening Nationale Bank
Op 3 januari 2014 heeft een aandeelhouder van de Nationale Bank van België (hierna: “de Bank”) een vordering ingesteld bij de rechtbank van koophandel van Brussel. Deze aandeelhouder beweerde dat de jaarrekening van de Bank niet in overeenstemming zou zijn met de regelgeving en hij vorderde de correctie van de jaarrekening op drie punten.
Op 22 mei 2015 heeft de rechtbank van koophandel haar vonnis geveld in deze zaak. De rechtbank verwerpt alle eisen en bevestigt dat de Nationale Bank haar jaarrekening opmaakt volgens de voor haar geldende regels.
Omtrent de eerste eis - met betrekking tot de boeking van gerealiseerde goudmeerwaarden - zegt het vonnis letterlijk dat deze boeking gebeurt conform de wet en dus correct is. De door de aandeelhouder gevraagde prejudiciële vraag wordt afgewezen “gegeven het gebrek aan inbreuk op een toepasselijke bindende regelgevende bepaling”.
Overigens bevestigt het vonnis dat de gerealiseerde goudmeerwaarden deel uitmaken van het patrimonium van de Bank, tot er eventueel een bijzondere bestemming aan gegeven wordt. Voor meer achtergrondduiding kan verwezen worden naar het persbericht van 16 maart 2007 waarin de Bank al omstandig communiceerde over goudeigendom en de verwerking van gerealiseerde goudmeerwaarden.
Ook omtrent de tweede en de derde eis - met betrekking tot de boeking van afschrijvingen en de opmaak van de jaarrekening voor winstbestemming - verwijst het vonnis naar de voor de Bank toepasselijke regels en besluit het dat de jaarrekening conform deze regels is opgemaakt.
Nadat de rechtbank alle eisen heeft afgewezen als ongegrond, veroordeelt zij de eisende aandeelhouder tot de kosten van het geding, inclusief een rechtsplegingsvergoeding.
Deze uitspraak bevestigt eens te meer dat de Nationale Bank de op haar toepasselijke regels correct toepast.