Perscommuniqué - Zijn de overheidsuitgaven de sleutel voor een succesvolle sanering?

Artikel gepubliceerd in het Economisch Tijdschrift van juni 2014

De financiële crisis, die in de loop van 2007 uitbrak en in 2008 verscherpte, en de eruit voortvloeiende economische recessie hebben de overheidsfinanciën in de meeste geavanceerde economieën uitermate zwaar getroffen. Daardoor zijn in die landen, waaronder België, het begrotingstekort en de schuld van de overheid fors gestegen. Sindsdien hebben vrijwel alle landen aanzienlijke inspanningen inzake begrotingsconsolidatie geleverd teneinde de onhoudbare ontwikkelingen een halt toe te roepen. Een terugkeer naar een situatie van houdbare overheidsfinanciën zal echter de komende jaren zowel in België als in de meeste andere landen van het eurogebied nog extra inspanningen vereisen.

Hoewel een begrotingsconsolidatie doorgaans nadelig is voor de economische groei op korte termijn, is ze op lange termijn bevorderlijk voor de economische bedrijvigheid. Begrotingssaneringen op basis van uitgavenverminderingen hebben op lange termijn gunstiger effecten op de economische bedrijvigheid dan saneringen die berusten op verhogingen van de overheidsontvangsten, voor zover het daarbij niet gaat om de meest productieve uitgaven, bijvoorbeeld investeringen. Indien de consolidatiemaatregelen de onzekerheid met betrekking tot de houdbaarheid van de overheidsfinanciën wegnemen, en daardoor het vertrouwen verstevigd wordt, kan de kortetermijnimpact op de economische bedrijvigheid evenwel beperkt blijven.

De gezondmaking van de overheidsfinanciën in België moet in de eerste plaats berusten op een afremming van de groei van de primaire uitgaven. Deze laatste zijn sedert het begin van het millennium immers fors gestegen in verhouding tot het bbp. Ze liggen ook hoger dan in de meeste andere landen van het eurogebied, in het bijzonder wat de sociale uitkeringen, de bezoldigingen van het overheidspersoneel en de subsidies betreft. De matiging van de uitgavengroei die recentelijk kon worden vastgesteld - als resultaat van de inspanningen die de federale overheid, de gemeenschappen en gewesten en de lokale overheid leverden - moet dan ook worden versterkt om België in staat te stellen zijn Europese verbintenissen in verband met de sanering van zijn overheidsfinanciën na te leven. Gelet op de omvang van de inspanning, moet eveneens worden beoogd de inning van de ontvangsten te verbeteren. Er zal ook ruimte moeten worden gevonden om de reeds bijzonder hoge heffingen op inkomens uit arbeid te verlagen.

De overheidsuitgaven beheersen door, op alle beleidsniveaus, de kwaliteit en de efficiëntie van het overheidsoptreden te verbeteren is dan ook een belangrijke opdracht. Daarnaast kan men zich bij het maken van keuzes laten leiden door de bijdrage die de verschillende soorten van uitgaven leveren tot het bevorderen van het groeipotentieel, de duurzame ontwikkeling van de economie en het afzwakken van de sociale ongelijkheden. Uitgaven om de arbeidsmarktparticipatie aan te moedigen, zijn uit dit oogpunt zeer doeltreffend. Werken ondersteunt immers niet enkel de economie, maar biedt ook de beste garantie tegen armoede en sociale uitsluiting. De investeringen en de uitgaven voor onderzoek, waarvoor België internationaal gezien niet goed scoort, moeten dan weer maximaal worden gevrijwaard en zelfs, zo mogelijk, worden gestimuleerd vanwege hun nut voor het groeipotentieel.

Ten slotte dienen die inspanningen te worden aangevuld met hervormingen van de pensioenstelsels waarbij de gemiddelde loopbaanduur verder wordt verlengd. Gelet op de vertraging waarmee die hervormingen zich doen gevoelen, zouden ze best zo snel mogelijk worden uitgetekend en goedgekeurd. Tevens dienen maatregelen te worden genomen om de toename van de uitgaven voor gezondheidszorg onder controle te houden. Enkel op die manier kan het stelsel van sociale bescherming zowel adequaat als betaalbaar worden gehouden.