Perscommuniqué - WP 284: Crisisbestande diensten: Waarom de handel in diensten tijdens de crisis van 2008-2009 niet geleden heeft

Tussen het derde kwartaal van 2008 en het tweede kwartaal van 2009 ging de handel in goederen er sinds de crisis van 1929 in ongekende mate op achteruit. De ineenstorting was zeer ernstig; ze had in de diverse landen overwegend op hetzelfde tijdstip plaats en ze was vooral geconcentreerd bij de duurzame goederen. Zowel de uitvoer als de invoer liep onverwacht met meer dan 30 % terug, een daling die vier maal groter was dan die van het bbp. Verrassend in deze tijd van economische onrust is dat de handel in diensten amper op de crisis reageerde. De telecommunicatie alsook de financiële en zakelijke dienstverlening bleven stevig en gestaag groeien en het waren enkel de vervoersdiensten die negatieve cijfers lieten optekenen. Deze bijzondere veerkracht is tevens onvoorzien vermits uit de literatuur waarin de handel in diensten op microniveau wordt geanalyseerd, overwegend blijkt dat de handel in diensten dezelfde kenmerken vertoont als die in goederen. Dit is bovendien een wijdverspreid verschijnsel aangezien alle OESO-landen dezelfde patronen vertoonden. Het begrijpen van de oorzaken van deze bijzondere veerkracht is derhalve een zeer belangrijke onderzoeks- en beleidsaangelegenheid.

Aan de hand van bedrijfs-, product- en bestemmingsspecifieke uitvoergegevens voor België toon ik aan dat de export van goederen en diensten tijdens de crisis van 2008-2009 een verschillende elasticiteit vertoonde ten opzichte van de bbp-groei in de landen van bestemming. In het bijzonder de negatieve inkomensschok op de buitenlandse markten trof de uitvoer van goederen (vooral de uitvoer van duurzame goederen); hij verstoorde daarentegen niet de groei van de dienstenuitvoer. Dit betekent dat de belangrijkste factor achter de ineenstorting van de goederenhandel volgens de literatuur geen enkele impact had op de handel in diensten. Dit verschil is belangrijk uit economisch oogpunt: indien de export van goederen ten opzichte van de bbp-groei even elastisch was geweest als die van diensten, zou de achteruitgang ervan tijdens de crisis van 2008-2009 slechts de helft hebben bedragen van wat in werkelijkheid het geval is geweest. De samenstelling van de export en van het bbp helpt de verschillende elasticiteit begrijpen. De uitvoer bestaat voornamelijk uit duurzame goederen, dat is de productcategorie die er tijdens de crisis het sterkst op achteruit is gegaan. Het bbp, daarentegen, bestaat grotendeels uit diensten en voor consumptie bestemde goederen, die tijdens de crisis relatief stabiel bleven. De export van goederen overreageerde aldus op de negatieve bbp-schok in de landen van bestemming, terwijl de uitvoer van diensten dat niet deed.