Perscommuniqué - WP 272: Uitgaande Buitenlandse Directe Investeringen en binnenlandse prestaties: op zoek naar een oorzakelijk verband

Uitgaande Buitenlandse Directe Investeringen en binnenlandse prestaties: op zoek naar een oorzakelijk verband

In deze paper wordt beoogd de effecten van het internationaliseringsgedrag van de Belgische ondernemingen aan de hand van de uitgaande buitenlandse directe investeringen (hierna FDI’s) te onderzoeken op een groot aantal binnenlandse prestatie-indicatoren.

In onze steekproef van Belgische ondernemingen identificeren we zes aparte groepen van ondernemingen: binnenlandse ondernemingen, uitsluitend exporteurs, uitsluitend importeurs, tweerichtingshandelaren, Belgische multinationale ondernemingen (hierna MNC’s) en Belgische dochterondernemingen van buitenlandse MNC’s. Wanneer we de ranking van de productiviteit voor de Belgische ondernemingen onderzoeken, stellen we vast dat de binnenlandse ondernemingen die uitsluitend de Belgische markt bedienen, de minst productieve zijn in vergelijking met de overige groepen. Dan volgen de twee groepen van eenrichtingshandelaren, die minder productief zijn dan de tweerichtingshandelaren en de MNC’s. Achteraan rechts in de TFP-verdelingen is de groep tweerichtingshandelaren minder productief dan de MNC’s, en is de groep Belgische MNC’s minder productief dan de groep buitenlandse MNC’s.

Vervolgens onderzoeken we het verband tussen de uitgaande FDI’s en de resultaten van de ondernemingen in twee stappen. Eerst identificeren we de belangrijkste variabelen die de kans bepalen dat een onderneming omschakelt om een MNC te worden. We stellen vast dat er een positieve correlatie bestaat tussen de productiviteit op ondernemingsniveau (TFP), de omvang (in termen van werkgelegenheid) en de scholingsintensiteit (het percentage bedienden in de totale gemiddelde werkgelegenheid) en de kans om een MNC te worden.

We analyseren vervolgens de impact van de omschakeling naar een MNC op verscheidene economische indicatoren (productiviteit, werkgelegenheid, productie, …). Uit de resultaten van een zogenaamde “difference-in-differences”-analyse blijkt dat onze gegevens niet bewijzen dat de FDI’s een statistisch significante impact hebben op de productiviteit, de werkgelegenheid en de productie. Het enige statistisch significante resultaat in onze volledige steekproef geeft aan dat de FDI’s leiden tot een positieve groei van de uitvoerintensiteit. Anderzijds, wanneer we onze steekproef beperken tot uitsluitend Belgische productiebedrijven, stellen we wel vast dat het omschakelen naar uitgaande FDI’s een positieve groei in TFP met zich brengt. Dit effect hangt samen met een stijging van de lonen en uitvoer. Anderzijds vinden we geen enkel statistisch significant bewijs dat de internationalisering van de Belgische ondernemingen zou leiden tot een verlies aan werkgelegenheid voor niet-geschoolde arbeidskrachten, zoals uit andere studies wel blijkt.