Perscommuniqué - WP 219: Comparatief voordeel, multiproductondernemingen en liberalisering van de handel: Een empirische toetsing

Comparatief voordeel, multiproductondernemingen en liberalisering van de handel: Een empirische toetsing

Deze paper onderzoekt de wisselwerking tussen synergieën in multiproductondernemingen en comparatieve voordelen bij het bepalen van het effect van de liberalisering van de handel op de herverdeling van de middelen, aan de hand van Belgische gegevens op het niveau van de industriële ondernemingen en de producten tijdens de periode 1997-2007. We bieden eerst indicaties inzake industriële integratie teweegbracht door multiproductondernemingen die tegelijkertijd in meer sectoren produceren en omtrent de mate waarin de integratie plaatsvindt tussen sectoren met een verschillende graad van comparatief voordeel. Vervolgens onderzoeken we de gevolgen van het openstellen van de handel met lagelonenlanden zowel voor de herverdeling van middelen tussen sectoren en binnen de sector, met inachtneming van de heterogeniteit van de mate van integratie tussen sectoren en bedrijfstakken. Onze resultaten wijzen erop dat de liberalisering van de handel met lagelonenlanden in meer geïntegreerde sectoren leidt tot een geringere herverdeling van sectoren met intensieve laaggeschoolde arbeid (comparatief nadeel) naar sectoren die vooral hooggeschoolde arbeidskrachten in dienst hebben (comparatief voordeel), zowel in termen van werkgelegenheid als van productie. We constateren ook dat meer geïntegreerde sectoren een geringere verbetering van de vaardigheden laten optekenen na de liberalisering van de handel met lagelonenlanden. Voorts stellen we vast dat de liberalisering van de handel met lagelonenlanden in sectoren met een geringe graad van integratie tot een relatief hogere geaggregeerde TFP-groei en een middelmatige groei van de productie leidt in sectoren met een comparatief voordeel dan in sectoren met een comparatief nadeel, wat strookt met de voorspelling van Bernard, Redding en Schott (2007), terwijl het tegenovergestelde waar is in sterk geïntegreerde sectoren. Uit de opsplitsing van de veranderingen van de geaggregeerde TFP op sectorniveau blijkt dat het resultaat vooral het gevolg is van de herverdeling tussen de blijvende ondernemingen in de sectoren. Al met al zijn de resultaten in hoge mate in overeenstemming met de prognoses van het model van Song en Zhu (2010).