Perscommuniqué WP 170: Analyse van de demografie van ondernemingen aan de hand van Markov ketens - Een toepassing op Belgische data

In deze paper wordt de theorie van eindige Markov-ketens toegepast om de demografische ontwikkeling van Belgische ondernemingen te analyseren. Terwijl andere methodologieën zich toespitsen op de oprichting en sluiting van bedrijven, analyseert de Markov-benadering ook migraties tussen economische sectoren. Markov-ketens helpen niet alleen een vollediger beeld van het verloop van de populatie verschaffen, maar maken ook prognoses van de toekomstige samenstelling ervan mogelijk, alsook de berekening van de gemiddelde levensduur van bedrijven per bedrijfstak.

De methode wordt toegepast op Belgische gegevens uit de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Om te voldoen aan de Eurostat- en OESO-definities, worden enkel 'actieve' ondernemingen onderzocht, dat wil zeggen ondernemingen met een positieve omzet en/of ten minste één werknemer. De prognosemethode wordt gehanteerd om de demografische ontwikkeling van de KBO-populatie tussen 2000 en 2006 te simuleren. Deze simulatie lijkt goed te stroken met de waargenomen veranderingen. Indien met migraties rekening wordt gehouden, levert dat betere prognoses op dan wanneer ze niet in aanmerking worden genomen. Bovendien wijken verscheidene niet-diagonaal percentages in de transitiematrix significant van nul af. Uit een gevalsanalyse blijkt dat die migraties gelijkstaan met veranderingen in de hoofdactiviteit en niet het gevolg zijn van correcties voor verkeerd ingedeelde bedrijven.

Vervolgens worden de gemiddelde resterende levensduur en de gemiddelde leeftijd van ondernemingen in een specifieke bedrijfstak berekend en geanalyseerd. Die levensduur en leeftijd verschillen aanzienlijk van de ene bedrijfstak tot de andere. Zoals verwacht is de levensduur van overheidsdiensten langer dan gemiddeld. Een kortere levensduur die gepaard gaat met een toenemend aantal ondernemingen wijst op vernieuwing binnen de bedrijfstak. Een lage gemiddelde leeftijd is een teken dat de branches relatief nieuw zijn. Een vergelijking van de leeftijd met de totale verwachte levensduur geeft een indicatie hoe nabij een opheffing van het bedrijf is. Dit zou een indicator van de rijpheid van de bedrijfstak kunnen zijn.

De methode is meer in het algemeen toepasbaar, in die zin dat ze kan worden aangewend om andere populaties dan die uit de KBO alsook voor andere indelingen van de populatie te analyseren.