Perscommuniqué WP 137: Agencyproblemen in de structurele financiering - een gevalsanalyse van Europese CLO's

Deze paper is een gevalsanalyse die ingaat op de mogelijke problemen in verband met de gedragsprikkels in het beheer van Collateralised Loan Obligations (CLO's). CLO's zijn het belangrijkste type van special purpose vehicles die actief zijn op de markt van hefboomleningen, en hun beheerders lijken een aanzienlijke invloed uit te oefenen op de resultaten. Meer specifiek analyseert dit artikel de mogelijke prikkel- of agencyproblemen waarmee CLO-beheerders worden geconfronteerd, alsook de mechanismen die werden opgezet om deze problemen te helpen milderen. Deze mechanismen, die structurele voorzieningen, financiële stimuli en reputatiekwesties omvatten, zouden vrij goed moeten werken. Toch brengt de analyse enkele hiaten aan het licht die beheerders ertoe zouden kunnen brengen bepaalde ongunstige strategieën te volgen. Er wordt meer bepaald enige bezorgdheid geuit over de betrouwbaarheid van beperkingen ten aanzien van het totale portefeuillerisico, de zogenoemde portefeuilletests, alsook over de effectiviteit van de reputatie als disciplineringsmechanisme. In beide gevallen houdt de bezorgdheid verband met de gunstige marktomstandigheden die tot de zomer van 2007 heersten en die, althans tot dusver, een "stress-testing" van de CLO's en een differentiatie tussen de beheerders hebben verhinderd. De paper bestudeert eveneens informatie over CLO-transacties waarbij beheerders een deel van de aandelentranche kopen/aanhouden. Hoewel het vasthouden van de aandelentranche slechts één van de verscheidene mechanismen voor het afstemmen van stimulansen is en niet een algemene vereiste, blijkt uit de analyse dat met agencyproblemen samenhangende factoren kunnen verklaren waarom beheerders in sommige gevallen een deel van de aandelentranche kopen/aanhouden. Met name eerste beheerders en beheerders van een risicovolle transactie zullen vaker een deel van de aandelentranche kopen/aanhouden. Bovendien verandert het koop-/aanhoudgedrag met de tijd, wat aangeeft dat concurrentie-effecten en markttendensen een rol spelen in de beslissing om een gedeelte van de aandelentranche te behouden.