Perscommuniqué WP 128: Export en productiviteit – vergelijkbare indicaties voor 14 landen

De International Study Group on Exports and Productivity, die is samengesteld uit teams die werken op basis van gegevens op ondernemingsniveau, heeft gebruik gemaakt van vergelijkbare panelgegevens op microniveau voor 14 landen, en van een reeks identiek gespecificeerde empirische modellen om het verband tussen export en productiviteit te onderzoeken. De algemene resultaten sluiten aan bij het globale beeld dat thans veelal naar voren komt uit de literatuur: de exporteurs zijn productiever dan de niet-exporteurs wanneer wordt gecorrigeerd voor de waargenomen en niet-waargenomen heterogeniteit, en deze productiviteitsvoordelen van de exporteurs vertonen de neiging om toe te nemen naarmate het aandeel van de export in de totale verkoop groter wordt; er zijn sterke aanwijzingen ter ondersteuning van de zelfselectie van de meer productieve ondernemingen op de exportmarkten, maar nagenoeg geen aanwijzingen voor de hypothese van het leren-door-exporteren. De auteurs tonen aan dat de exporteursvoordelen aanzienlijke verschillen tussen de landen onderling vertonen in identiek gespecificeerde empirische modellen. Aan de hand van een meta-analyse van de resultaten wordt vastgesteld dat landen die opener zijn en een efficiëntere regering hebben, grotere productiviteitsvoordelen laten optekenen. Het ontwikkelingsniveau per se lijkt echter geen verklaring te bieden voor de waargenomen verschillen tussen de landen onderling.