Perscommuniqué WP 122: De gasketen: invloed van haar specifieke kenmerken op het liberaliseringsproces

Net als andere netwerkindustrieën, werd de sector van de gasaanvoer in Europa, naar het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, geliberaliseerd door de invoering van concurrentie in het segment van de groot- en de kleinhandel.

Deze eerste working paper beoogt de aandacht van de lezer te vestigen op sommige aspecten van het belang van de liberalisering van de gasmarkt waarvan de werking rekening moet houden met de vereiste infrastructuur voor de toevoer van die brandstof tot de verbruiker, een kenmerk dat ook geldt voor de elektriciteitsmarkt. Gas vertoont echter ook de specifieke eigenschap een primaire energiebron te zijn die vanaf de winningplaats moet worden getransporteerd. Daaruit resulteert dat het openstellen van de upstream gasaanvoer voor concurrentie in de Europese context niet zo vanzelfsprekend is, want, in tegenstelling tot de voorbeelden van de gasmarkt in Noord-Amerika en het Verenigd Koninkrijk, wordt die bevoorrading grotendeels verzorgd door buitenlandse leveranciers en ressorteert derhalve niet onder de Europese wetgeving betreffende de liberalisering en de organisatie van de interne gasmarkt. De werking van de concurrentie in het segment van de upstream gasaanvoer moet worden aangepast aan de verplichting inzake toegang tot de netinfrastructuur die, in het geval van gas, in Europa gepaard gaat met de afhankelijkheid van externe leveranciers. Het openstellen voor concurrentie van de upstream en downstream markten wordt erdoor bemoeilijkt, wat de omvang van de liberalisering kan verzwakken.

Tevens gaat de voor het openstellen van sommige segmenten voor concurrentie vereiste segmentatie van de activiteiten gepaard met belangrijke wijzigingen van de gasketen, gezien het opduiken van nieuwe markten, nieuwe prijsmechanismen en nieuwe spelers. Uitgaande van een situatie waar de bevoorrading van gas werd verzorgd door verticaal geïntegreerde operatoren, is het van belang dat de ingestelde regulering er enerzijds voor zorgt dat concurrentie mogelijk is en anderzijds ertoe bijdraagt die keten coherent te doen werken, tegen minder kosten en zonder de verbruikers te benadelen, voor wie het op z'n minst een belangrijke input in talrijke industriële fabricageprocédés betreft, zelfs nagenoeg een levensnoodzakelijk "goed".