Perscommuniqué WP 107: Omvang en ontwikkeling van de directe investeringen in België

Het doel van deze studie is een samenvattend overzicht te bieden van de recente ontwikkelingen in de directe investeringsverbanden die België met de rest van de wereld heeft. De analyse stoelt grotendeels op twee statistieken, opgesteld door de Nationale Bank van België, over enerzijds de gegevens met betrekking tot de directe investeringsstromen zoals die blijken uit de betalingsbalans en anderzijds de resultaten van een jaarlijkse enquête bij de Belgische ondernemingen over de directe investeringen.

De buitenlandse directe investeringsverbanden tussen België en de rest van de wereld volgden in grote lijnen een evolutie die vergelijkbaar is met die op wereldschaal, maar vertonen tegelijkertijd een aantal specifieke kenmerken, zoals de invloed van een aantal sporadische operaties die belangrijke bedragen vertegenwoordigen en de significante verschillen in de verschillende rubrieken van de in- en uitstroom van buitenlandse directie investeringen (BDI), waarbij de instroom voornamelijk bestaat uit injecties in vennootschapskapitaal en de uitstroom eerder de vorm aanneemt van leningen tussen bedrijven. Dit bijzondere structurele profiel vindt zijn oorsprong in de aanwezigheid in België van coördinatiecentra en het fiscale statuut waarvan deze ondernemingen genieten. Een belangrijk aandeel van de in de betalingsbalans opgenomen instroom van BDI, waarbij die komende via de coördinatiecentra buiten beschouwing werd gelaten, heeft betrekking op investeringen van multinationale groepen in derde landen waarbij ingezeten ondernemingen dienst doen als tussenpersoon.

De statistieken inzake uitstaande bedragen, opgesteld op basis van de jaarlijkse enquête en geen rekening houdend met het kapitaal geïnvesteerd in de coördinatiecentra, wijzen op een stagnatie van de buitenlandse deelnemingen in Belgische bedrijven zoals gemeten op basis van hun boekwaarde sinds 2002. De statistieken over de in België gevestigde filialen van buitenlandse bedrijven tonen bovendien aan dat een aanzienlijk deel van hen nog actief is in industriële relatief arbeidsintensieve sectoren.

Wat de BDI van België betreft, wijzen de resultaten van de enquête over de directe investeringen op een graduele expansie van de activiteiten van Belgische bedrijven in het buitenland, die meer uitgesproken groeien dan hun activiteiten op het eigen grondgebied. Zowel uit de statistieken over de uitstaande bedragen van deelnemingen als uit die over filialen in het buitenland, blijkt dat de BDI van ingezeten ondernemingen voornamelijk geconcentreerd zijn in andere ontwikkelde landen met gelijkaardige economische kenmerken. Dit kan erop wijzen dat de omvang van de pure delokalisaties naar lagelonenlanden door Belgische bedrijven via investeringen in het buitenland nog relatief beperkt zijn.