Perscommuniqué - Structurele dynamiek van de Belgische buitenlandse handel

Artikel gepubliceerd in het Economisch Tijdschrift van juni 2013

De liberalisering van het handels- en kapitaalverkeer, de daling van de transportkosten en de vooruitgang van de informatie- en communicatietechnologieën hebben de internationale omgeving ingrijpend gewijzigd. Zo zijn de economieën veel sterker met elkaar vervlochten geraakt, wat zich heeft geuit in een intensiever internationaal goederen- en dienstenverkeer. Tegen die achtergrond is de aard van de verhandelde goederen en diensten gediversifieerd en de lijst van de handelspartners uitgebreid.

Op basis van de vaststelling dat het lopend saldo de afgelopen 15 jaar vrijwel aanhoudend is verslechterd, blijkt uit de analyse van de macro-economische gegevens dat de oorsprong daarvan grotendeels toe te schrijven is aan de stijging van de prijzen van fossiele energie, dat tot een fors duurdere invoer heeft geleid. Hoewel de dynamische uitvoer van diensten een positieve bijdrage kon leveren aan de lopende rekening van België, volstond die evenwel niet om de ruilvoetverslechtering goed te maken. De Belgische ondernemingen bleken immers niet in staat het bedrag van de uitvoer van goederen voldoende te doen aangroeien. Voorts nam het aandeel van België in de totale uitvoer naar zijn belangrijkste afzetmarkten gemiddeld met 2,6 % per jaar af in de periode 1995-2011. Hoewel deze achteruitgang zich voordoet in alle industrielanden en toe te schrijven is aan een herbalancering van de wereldhandel ten gunste van de opkomende economieën (China, Rusland, landen van het voormalige Oost-Europa), was hij echter meer uitgesproken in België dan in Nederland en Duitsland.

Achter deze relatief ongunstige macro-economische ontwikkelingen gaan evenwel grondige structurele veranderingen schuil die de analyse van de micro-economische gegevens, op ondernemingsniveau, aan het licht kan brengen. Zo waren in 2005 90 % van de ondernemingen (ongerekend banken en verzekeringsondernemingen) enkel actief op de Belgische markt; ze maakten evenmin deel uit van een internationale groep. Van dat aantal waren er 6 % "one-way traders", dat zijn hetzij import-, hetzij exportbedrijven; 3 % ervan waren "two-ways traders", dat zijn zowel export- als importbedrijven. Ten slotte maakte 1 % van deze ondernemingen deel uit van een internationale groep, hetzij als dochteronderneming van een buitenlandse onderneming, hetzij als moedermaatschappij van een Belgische multinational.

Ook al is het aantal in België actieve multinationals vrij gering, ze vertegenwoordigen bijna 45 % van de toegevoegde waarde en 36 % van de banen in de private sector, ongerekend banken en verzekeringsondernemingen. De multinationale ondernemingen zijn ook bijzonder belangrijk voor de buitenlandse handel van België, aangezien ze goed zijn voor bijna 73 % van de uitvoer en invoer van goederen en diensten. Deze cijfers wijzen op het belang van het externe concurrentievermogen van de ondernemingen voor de Belgische economie.

Beschouwt men de uitsplitsing van de jaar-op-jaar groei van de uitvoer tijdens de periode 2007-2011, dan blijkt uit de resultaten dat die groei zijn oorsprong vooral vond in het verloop van de bestaande handelsbetrekkingen, veeleer dan in de totstandbrenging van nieuwe transacties. Een fijnere uitsplitsing van de bestaande handelsbetrekkingen in 'betrekkingen tot stand gebracht tijdens de laatste drie jaar' en 'oude handelsbetrekkingen' toont aan dat het de eerstgenoemde zijn die het meest bijdragen tot de groei van de uitvoer, vooral tijdens het herstel van de uitvoer in 2010. De teruggang van de uitvoer in 2009, daarentegen, had in de eerste plaats te maken met de inkrimping van de vóór 2006 tot stand gebrachte handelsbetrekkingen.