Perscommuniqué - Moeten de overheidsinvesteringen worden gestimuleerd?

Artikel gepubliceerd in het Economisch tijdschrift van september 2016

In verhouding tot het bbp zijn de overheidsinvesteringen in België sedert begin jaren zeventig met de helft verminderd. België behoort momenteel tot de Europese landen waarvan de overheid het minst investeert, terwijl de lopende overheidsuitgaven verhoudingsgewijs hoog blijven. Maar ook in sommige andere landen van het eurogebied zijn de overheidsinvesteringen momenteel op een laag peil, soms als gevolg van forse besparingen in de nasleep van de financiële en economische crisis.

Overheidsinvesteringen hebben nochtans een sterk positief effect op de economische bedrijvigheid en op het productiepotentieel van een economie. Uit dat oogpunt zouden ze dus een extra stimulans verdienen, uiteraard zonder afbreuk te doen aan de noodzakelijke sanering van de overheidsfinanciën om de houdbaarheid ervan te waarborgen. Het is dan ook raadzaam deze investeringen te stimuleren. Hierbij moet er uiteraard worden voor gezorgd dat de processen die leiden tot de investeringsuitgaven efficiënt zijn en de beste projecten worden gerealiseerd tegen de laagst mogelijke kosten.

Het bevorderen van de overheidsinvesteringen was dan ook terecht een van de krachtlijnen die door de Europese Commissie onder leiding van Jean-Claude Juncker bij haar aantreden naar voren werden geschoven. Deze doelstelling kreeg concreet gestalte in het "Investment Plan for Europe". Ook met de zogeheten investeringsclausule bij de toepassing van het Stabiliteits- en groeipact werd getracht om overheidsinvesteringen te stimuleren, maar de vereiste voorwaarden zijn streng, wat maakt dat slechts een beperkt aantal landen eraan voldoen.

Ondanks deze initiatieven blijven de overheidsinvesteringen zwak, en de vraag rijst dan ook of aanvullende maatregelen kunnen worden genomen om de overheidsinvesteringen te bevorderen via aanpassingen van de statistische behandeling van investeringen of wijzigingen in de Europese begrotingsregels.

Voor de statistische behandeling van investeringen in het methodologisch kader van het ESR 2010 zijn de basisregels duidelijk en een hertekening van deze regels is onwenselijk. Het is echter wel van groot belang dat Eurostat volledige klaarheid schept over de concrete toepassing van die regels, zodat duidelijk is hoe investeringsuitgaven die worden gerealiseerd via publiek-private samenwerkingsverbanden of andere alternatieve financieringswijzen, worden geboekt.

In verband met de toepassing van de Europese begrotingsregels van het Stabiliteits- en groeipact dient ernstig te worden overwogen om de wijze waarop overheidsinvesteringen in aanmerking worden genomen, te herzien, met het oog op een gunstiger behandeling van deze uitgaven. Dit is mogelijk door de investeringsuitgaven te vervangen door de afschrijvingen op de overheidsinvesteringen bij de bepaling van het begrotingssaldo dat in aanmerking wordt genomen. Dit zou erop neerkomen dat het financieringssaldo van de overheid wordt gecorrigeerd voor de netto-investeringen. Dit voorstel zou een investeringsimpuls mogelijk maken, wat in de actuele omstandigheden van lage overheidsinvesteringen, zwakke vraag en lage inflatie, lage potentiële groei en lage rentevoeten hoogst wenselijk is.