Perscommuniqué - Het nieuwe Amerikaanse protectionisme en de impact ervan op de Belgische economie

Op 20 januari 2017 werd Donald Trump de 45ste president van de Verenigde Staten. Twintig maanden na zijn officiële benoeming heeft hij de douanerechten opgetrokken voor wasmachines en zonnepanelen, voor staal en aluminium en voor duizenden Chinese producten. Voorts is hij van plan de invoer van wagens zwaarder te belasten. Die eenzijdige maatregelen van de belangrijkste wereldeconomie hebben voor internationale opschudding gezorgd en tal van handelspartners ertoe aangezet vergeldingsmaatregelen te nemen.

Hoe valt de protectionistische wending van de Verenigde Staten te verklaren? Wat zijn de economische gevolgen ervan? Is de Belgische economie kwetsbaar? Ziedaar de voornaamste vragen waarop dit artikel een antwoord tracht te geven.

‘America first’

Het nieuwe Amerikaanse handelsbeleid sluit volledig aan bij de campagnebeloftes van president Trump.  Het kan rekenen op stevige steun van de Republikeinse kiezers om ‘de Amerikaanse belangen zo goed mogelijk te dienen’, overeenkomstig de voortaan beroemde slogan van het buitenlandse beleid ‘America first’.  Het duidelijk wantrouwen van de regering-Trump jegens de WTO en jegens het multilateralisme in het algemeen getuigt van de rol die ze toekent aan de nationale soevereiniteit en weerspiegelt haar voornemen om het gewicht van de Verenigde Staten in de internationale onderhandelingen volop te exploiteren. Alle acties die op commercieel vlak zijn ondernomen, hoe divers ook, dienen grotendeels hetzelfde doel: het bevorderen van de bedrijvigheid en de werkgelegenheid in de Verenigde Staten. Het betreft daarbij zowel de duidelijke wil om nieuwe onderhandelingen te starten over het Noord-Amerikaans vrijhandelsakkoord als het verhogen van de douanerechten op staal en aluminium, of nog, het invoeren van tarifaire belemmeringen voor Chinese producten.

Belgische economie blootgesteld aan een handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China

In dit artikel tonen de auteurs aan dat de gevolgen van de nieuwe Amerikaanse douanetarieven van 25 % op staal en van 10 % op aluminium voor de Belgische economie relatief beperkt blijven. De Belgische toegevoegde waarde in de Amerikaanse invoer van basismetalen - die met name staal en aluminium omvatten - bedraagt bijvoorbeeld 0,07 % van het Belgische bbp.  Nochtans mag de negatieve invloed op de betrokken productiekanalen en op hun leveranciersketens niet worden onderschat. Uit de simulatie die de auteurs hebben gemaakt, blijkt dat de arrondissementen Antwerpen, Aat, Brussel, Charleroi, Kortrijk, Dinant, Halle-Vilvoorde, Hoei, Luik, Bergen, Philippeville en Tongeren het meest kwetsbaar zijn.

Als leverancier van die landen, wordt België ook beïnvloed door het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China. Ons land draagt bij aan de Chinese uitvoer naar de Verenigde Staten, meer bepaald van elektrische, informatica- of optische toestellen, ten belope van 0,14 % van ons bbp. Het aandeel van de Belgische economie in de Amerikaanse export naar China, daarentegen, is niet groter dan 0,03 % van het Belgische bbp.

België is aldus bijna vijf keer sterker blootgesteld aan de Chinese verkoop op de Amerikaanse markt dan omgekeerd, terwijl de Belgische uitvoer naar China veel lager is dan die naar de Verenigde Staten. Uit deze schijnbare paradox blijkt het gewicht van de Chinese uitvoer naar de Verenigde Staten in vergelijking met de omgekeerde stromen. Die paradox weerspiegelt eveneens de fundamentele verschillen tussen de bijdragen van buitenlandse inputs aan de voor de uitvoer bestemde productie van die twee landen. De Amerikaanse invoer heeft slechts een gering aandeel in de voor de uitvoer bestemde productie. Hij is veeleer gericht op de consumptie en de binnenlandse investeringen. China, daarentegen, is typisch een tussenschakel in de mondiale waardeketens en de invoer van dat land draagt in hoge mate bij tot zijn export.

Herverdelingseffecten en toegenomen onzekerheid

Ondanks hun ongekende omvang, betreffen de tot dusver door de regering-Trump ingevoerde tarifaire belemmeringen en de vergeldingsmaatregelen van de handelspartners van de Verenigde Staten slechts een fractie van de internationale handel en hebben ze al met al een beperkte macro-economische draagwijdte. Niet te verwaarlozen zijn echter hun onvermijdelijke herverdelende effecten, hun kosten in het vlak van de reorganisatie van de productie en van de toegenomen onzekerheid, alsook hun negatieve gevolgen voor de productiviteit op langere termijn. De tenuitvoerlegging van de dreigingen die gelden voor de gehele Chinese uitvoer en voor de automobielsector, en de protectionistische escalatie die er eventueel uit zou voortvloeien, zouden veel schadelijker zijn voor de wereldeconomie.