Perscommuniqué - Gevolgen van de liberalisering voor het vaststellen van de detailhandelsprijzen voor gas in België

Artikel gepubliceerd in het Economisch Tijdschrift van december 2010

De afgelopen jaren hebben de op de Belgische detailhandelsmarkt genoteerde gas (en elektriciteitsprijzen) aanzienlijk bijgedragen tot de inflatie. Ze hebben tevens de volatiliteit opgevoerd zoals die wordt gemeten aan de hand van de geharmoniseerde consumptieprijsindex. Daar zijn verschillende redenen voor aangehaald, onder meer de veranderingen die de liberalisering teweeg heeft gebracht in het vaststellen van de aan de huishoudens aangerekende prijzen. In de praktijk heeft de liberalisering geleid tot een ingrijpende herstructurering van de segmenten van de bevoorradingsketen voor gas, inclusief en, vooral, het opzetten van nieuwe marktmechanismen tussen de segmenten onderling. Die wijzigingen zijn voelbaar tot bij de consumenten, die in België sinds 1 januari 2007 allen vrij kunnen kiezen uit verschillende leveranciers. Anders dan vroeger, toen gas werd geleverd door een verticaal geïntegreerde operator tegen een voor iedereen identieke prijs, hebben de Belgische verbruikers thans te maken met meerdere operatoren die ieder hun eigen tariefformules voorstellen.

Als commerciële tussenpersonen berekenen de gasverkopers de aankoopkosten met een marge door in de verkoopprijzen, waarbij het verloop van de aankoopkosten doorgaans in de verkoopprijs wordt weerspiegeld. Te dien einde zijn de actieve operatoren op de detailhandelsmarkt de praktijken van tijdens de gereguleerde periode blijven toepassen: allemaal hanteren ze een automatische indexering van de verkoopprijs aan de hand van parameters die het kostenverloop van de aankoop van gas maand per maand weergeven. Deze situatie is voor alle operatoren uitermate geschikt, aangezien het prijsrisico voor een groot deel automatisch op de klant wordt afgewenteld zonder extra kosten om deze laatste te informeren. Dit impliceert evenwel dat de prijzen maandelijks worden aangepast, wat aanleiding geeft tot volatiliteit op korte termijn. De consument kan de onzekerheid die gepaard gaat met een contract met variabele prijzen uitsluiten door over te stappen op een contract met een vaste prijs. Om extra kosten te vermijden, doet hij dat echter bij voorkeur op de verlengingsdatum van zijn oud contract met inachtneming van de opzeggingstermijn.

De publicatie van de mechanismen inzake automatische indexering zoals ze in België wordt uitgevoerd, biedt het voordeel dat de onderliggende ontwikkelingen van de parameters en het gewicht ervan in het prijsverloop vrij eenvoudig en transparant zijn. Voor de doorsneeverbruiker lijkt die berekening van de geïndexeerde prijzen evenwel complex en de informatie erover onvolledig, aangezien de consument niet gemakkelijk informatie kan inwinnen over het verloop van de maandprijs, al was het maar om de hem aangerekende factuurprijs te begrijpen. De aanpassingen van de tariefformules zelf worden overgelaten aan de operatoren en krijgen weinig ruchtbaarheid. De gegrondheid van deze aanpassingen in het licht van het reële verloop van de aankoopkosten van gas op de groothandelsmarkten blijft dus onduidelijk aangezien de relevante gegevens hiervoor niet openbaar worden gemaakt. In dit verband verdient het aanbeveling de representativiteit van de gebruikte indexcijfers voor het verloop van de kosten en voor de gegrondheid van de opeenvolgende aanpassingen door de bevoegde instellingen te laten controleren.

België verschilt van zijn buurlanden doordat het een automatische indexering toepast met publicatie van de gehanteerde onderliggende formule. In geen enkel geanalyseerd land, behalve één, bestaat een systematisch indexeringsmechanisme zoals dat door alle in België actieve leveranciers wordt toegepast. De prijzen worden met ruimere tussenpozen of ad hoc aangepast, en steeds na voorafgaande kennisgeving aan de consumenten, waardoor de frequentie van de aanpassingen wordt afgeremd, rekening houdend met de aan deze procedures verbonden kosten. Door deze minder frequente aanpassingen wordt de gasprijs minder volatiel.
Voorts heeft de tariefvrijheid waarover de operatoren in België beschikken, aanleiding gegeven tot discretionaire aanpassingen van de indexeringen die onder meer bestaan in een vergroting van het stabiel gedeelte van de prijs dat losstaat van het verloop van de energieparameters.

Bij een internationale vergelijking moeten deze vaststellingen in een Europese context worden geplaatst waarbij uiteenlopende situaties naast elkaar bestaan en interfereren met het verloop van de gasprijs. De Europese gasmarkt maakt immers een liberaliseringsproces door dat in de respectieve lidstaten op uiteenlopende wijze en volgens verschillende agenda's verloopt met, afhankelijk van de landen, gereguleerde prijzen, procedures inzake prijsgoedkeuring, maximumprijzen of volledig gedereguleerde prijzen. Deze prijzen blijven evenwel op z'n minst onder toezicht omdat de overheid begaan is met de toepassing van detailhandelsprijzen die het reële verloop van de kosten weerspiegelen. Regulatoren, mededingingsautoriteiten en consumentenorganisaties spelen op verschillende vlakken een rol, afhankelijk van hun bevoegdheden. Tegen die achtergrond blijft de ruimte om op de detailhandelsmarkt reële concurrentie tot stand te brengen niettemin afhankelijk van de concurrentievoorwaarden op de groothandelsmarkten en van de daaraan verbonden knelpunten, vaak op internationale schaal.

Met consumptieprijzen voor aardgas die in België volatieler zijn dan in het buitenland en met de tweederonde-effecten die dat veroorzaakt inzake inflatie, kan er een zekere belangstelling worden opgewekt voor maatregelen die erop gericht zijn die volatiliteit af te vlakken. Iedere mogelijke ingreep van de autoriteiten in de wijze waarop de detailhandelsprijzen worden vastgesteld, moet evenwel plaatsvinden tegen de achtergrond van reeds “voor 100%” gedereguleerde prijzen. Voorts moeten bij iedere mogelijke ingreep op het vlak van de indexeringsfrequentie de voordelen van een geringere prijsvolatiliteit worden afgewogen tegen het gevaar dat de operatoren de kosten voor het dekken van het prijsrisico, net als de eventuele menukosten, afwentelen op de consument. In de lijn van de ontwikkelingen in het buitenland kunnen twee soorten van aanpassingen worden overwogen: een “gecontroleerde” tariefvrijheid waarbij daadwerkelijk wordt nagegaan of de tariefaanpassingen gegrond zijn, en een prijsinformatie die voor de verbruiker gemakkelijker verstaanbaar is.