Perscommuniqué - Economische projecties voor België – Voorjaar 2016

Artikel gepubliceerd in het Economisch tijdschrift van Juni 2016

In dit artikel worden de nieuwe macro-economische vooruitzichten voor België voor de periode 2016-2018 toegelicht, die door de Bank werden opgesteld in het kader van de projecties van het Eurosysteem.

De wereldeconomie is de afgelopen maanden verder vertraagd, onder invloed van de tegenwind uit de opkomende economieën en enige verzwakking in de geavanceerde economieën, waaronder de Verenigde Staten. In het eurogebied bleef de bedrijvigheid vrij krachtig groeien, ondanks het geleidelijk wegebben van twee factoren die de groei verleden jaar sterk hadden gestimuleerd, namelijk de daling van de olieprijzen en de depreciatie van de euro. Tegen de achtergrond van een nog altijd zeer accommoderend monetair beleid en een minder restrictief begrotingsbeleid zijn de groeivooruitzichten voor het eurogebied gunstig en stabiel. Volgens de projecties van het Eurosysteem zal het bbp naar volume dit jaar met 1,6 % en in 2017 en 2018 met 1,7 % stijgen. De inflatie in het eurogebied zal dit jaar nog altijd zeer gering zijn, namelijk 0,2 %, als gevolg van de lage energieprijzen en de beperkte prijsdruk van binnenlandse oorsprong, maar zal vervolgens weer oplopen tot 1,3 % in 2017 en 1,6 % in 2018 door het duurder worden van de grondstoffen en de versteviging van de bedrijvigheid.

In België vertraagde de bedrijvigheid begin dit jaar, na een krachtige groei eind 2015. De terroristische aanslagen in Parijs en Brussel hebben weliswaar een negatieve weerslag op de bedrijvigheid, in het bijzonder via lagere uitgaven voor toerisme en zakenreizen, ook al wordt dat effect deels gecompenseerd door de verhoging van de overheidsuitgaven voor veiligheid. Al met al zou de invloed van deze aanslagen op de groei echter beperkt en van korte duur zijn. De groei zou teruglopen van 1,4 % in 2015 tot 1,3 % in 2016 en zou daarna weer licht verstevigen tot 1,5 % in 2017 en 1,6 % in 2018.

De binnenlandse vraag zal tijdens de projectieperiode de belangrijkste groeimotor in België zijn. Hoewel de groei van de particuliere consumptie in 2016 enigszins zal afnemen, als gevolg van de loonmatigingsmaatregelen en de verhoging van de indirecte belastingen, die de koopkracht drukken, zal ze vanaf 2017 weer toenemen, zij het minder snel dan het beschikbaar inkomen, waardoor de spaarquote licht zal stijgen. Dankzij de maatregelen ter beperking van de loonkosten en de voorbije depreciatie van de euro konden de ondernemingen de afgelopen twee jaar hun kostenconcurrentievermogen duidelijk verbeteren, wat de uitvoer stimuleerde. Tegen de achtergrond van een toename van de wereldvraag zal de uitvoer krachtig blijven in 2016 en daarna, ondanks het wegebben van het euro-effect en de vanaf 2017 opnieuw oplopende loonkosten, die het concurrentievermogen van de Belgische exporterende ondernemingen wat zullen uithollen. De investeringen zullen vanaf volgend jaar sterker aantrekken, ondersteund door uiterst gunstige financieringsvoorwaarden en de hoge rentabiliteit van de ondernemingen. De overheidsuitgaven, die in 2016 tijdelijk worden gestimuleerd door uitzonderlijke factoren die onder meer verband houden met de terroristische aanslagen, zullen in 2017 en 2018 gematigder toenemen.

De arbeidsmarkt geeft al bijna twee jaar een gestage verbetering te zien. Deze positieve dynamiek, die toe te schrijven is aan de structurele hervormingen, onder meer inzake werkloosheidsuitkeringen, en aan de maatregelen ter vermindering van de arbeidskosten, zou de komende jaren aanhouden. In gecumuleerde termen zal de nettowerkgelegenheidscreatie over de periode 2016-2018 140 000 eenheden bedragen. De werkloosheidsgraad zal dalen tot 7,8 % van de beroepsbevolking tegen 2018.

In april beliep de inflatie in België 1,6 %, wat veel hoger is dan in het eurogebied. In de prognoses voor België wordt uitgegaan van een gemiddelde inflatie van 1,6 % in 2016, 1,8 % in 2017 en 1,9 % in 2018. De verhoging van de indirecte belastingen - sinds het najaar van 2015 - draagt sterk bij tot de opflakkering van de inflatie in België in 2016, terwijl in 2017 en 2018 de inflatie meer zal worden aangewakkerd door de hogere prijzen van energie (en levensmiddelen), maar ook door de toenemende binnenlandse loondruk. De onderliggende inflatie, dat is de inflatie gezuiverd voor de invloed van de prijzen van de volatiele componenten, zal in die drie jaar gemiddeld 1,8 % bedragen. De loonkosten per eenheid product in de private sector, die grotendeels worden beïnvloed door diverse maatregelen ter vermindering van de arbeidskosten (in casu de indexsprong, de loonmatiging en de verlagingen van de werkgeversbijdragen) zullen in 2016 nog licht teruglopen, alvorens weer sterker toe te nemen in 2017 en 2018. De marges van de ondernemingen, die in 2015 toenamen, zouden nog krachtiger stijgen in 2016 en wat matiger in 2017 en 2018.

De projecties betreffende de overheidsfinanciën werden opgesteld in overeenstemming met de bepalingen in verband met de projecties van het Eurosysteem, die onder meer inhouden dat maatregelen waarvan de specificaties of het rendement onvoldoende vaststaan, niet in aanmerking worden genomen. Tegen die achtergrond zal het overheidstekort in 2016 tot 2,8 % stijgen, onder invloed van uitzonderlijke uitgaven (veiligheid, migratiecrisis) en van de daling van de fiscale ontvangsten in verhouding tot het bbp. Het tekort zal in 2017, grotendeels dankzij de afname van de rentelasten, verkleinen tot 2,4 % bbp en zal zich in 2018 op dit peil stabiliseren. De overheidsschuld zal tijdens de projectieperiode vrijwel niet verminderen: in 2018 zal de schuld uitkomen op 106 % bbp, amper minder dan in 2015.