Perscommuniqué - Economische projecties voor België – Voorjaar 2015

In dit artikel worden de nieuwe macro-economische vooruitzichten voor België voor de periode 2015-2017 voorgesteld. Deze prognoses worden door de Bank opgesteld in het kader van de projecties van het Eurosysteem.

Wat de internationale omgeving betreft, zijn de groeivooruitzichten amper verbeterd sinds de publicatie van de projecties van december 2014. In bepaalde geavanceerde landen is de bedrijvigheid recentelijk vertraagd hoewel de vooruitzichten er op middellange termijn goed zouden blijven. In de opkomende economieën, waaronder ook verschillende olie-exporterende landen, zou de groei op middellange termijn vrij ongelijk zijn, maar nog altijd groter dan in de geavanceerde economieën.

In het eurogebied trekt het herstel momenteel profijt van gunstige omstandigheden. De scherpe daling van de olieprijzen, de depreciatie van de euro en de lage rente – waarbij de twee laatste elementen grotendeels zijn toe te schrijven aan de versoepeling van het monetair beleid van de ECB – dragen krachtig bij tot de ondersteuning van de vraag, tegen de achtergrond van een minder restrictief begrotingsbeleid. Volgens de projecties van het Eurosysteem zou het reële bbp van het eurogebied toenemen met 1,5 % in 2015, en met ongeveer 2 % in 2016-2017. De inflatie in het eurogebied zou dit jaar nog zeer laag blijven, onder invloed van de sterke daling van de energieprijzen sinds de zomer van 2014. Nadien zou ze echter aanzienlijk opveren, tot 1,8 % in 2017.

In België zou het economisch herstel zich in een relatief gematigd tempo doorzetten, in het zog van de verbetering in het eurogebied. De groeivooruitzichten voor het bbp belopen respectievelijk 1,2 % in 2015, 1,5 % in 2016 en 1,7 % in 2017. De particuliere consumptie blijft dit jaar krachtig, mede dankzij de positieve invloed die de daling van de energiefactuur momenteel uitoefent op de koopkracht van de huishoudens. Ondanks de gunstige arbeidsmarktsituatie, zou de consumptiegroei daarna worden afgeremd door de weerslag van de loonmatiging op de stijging van het beschikbaar inkomen van de huishoudens. De bedrijfsinvesteringen – die in 2014 sterk waren beïnvloed door specifieke factoren – zouden geleidelijk opnieuw krachtiger worden, naarmate het herstel duurzamer wordt en de rentabiliteit van de ondernemingen verbetert. Als gevolg van de besparingsmaatregelen op alle beleidsniveaus, zou de overheidsconsumptie daarentegen in vrij beperkte mate toenemen. Al met al zou de bijdrage van de binnenlandse vraag aan de totale groei in de periode 2015-2017 relatief stabiel blijven. Vooral het verloop van de netto-uitvoer zou dus ten grondslag liggen aan de versteviging van de groei in 2016 en 2017. Deze netto-uitvoer zal aantrekken naarmate de verbetering van het kostenconcurrentievermogen tot uiting komt in de uitvoerresultaten van de Belgische ondernemingen.

De conjunctuurverbetering en het gematigde verloop van de loonkosten zullen de nettowerkgelegenheidscreatie ondersteunen, die over de periode 2015 tot 2017 in totaal 94 000 eenheden zou bedragen. De werkloosheidsgraad zou in 2017 dan weer teruglopen tot minder dan 8 %.

Ondanks de stijging van de afgelopen maanden, zou de inflatie in 2015 nog zeer gering blijven, namelijk 0,6%. In 2016 en 2017 zou ze zich herstellen tot 1,5 %. In 2015 wordt ze nog sterk beïnvloed door de daling van de energieprijzen. De opleving van deze laatste, in combinatie met de prijsstijging voor voedingsmiddelen, zou zich echter doorzetten en vanaf 2016 een positief effect uitoefenen op het groeitempo van de consumptieprijzen. Hoewel de recente daling van de koers van de euro, en dus de duurdere invoer vanuit de landen buiten het eurogebied, de prijzen in 2015 opwaarts zullen beïnvloeden, zou de onderliggende inflatie, dat wil zeggen de voor de prijzen van volatiele componenten geschoonde inflatie, geleidelijk afnemen als gevolg van de matiging van de binnenlandse kosten. Onder impuls van de maatregelen voor de verbetering van het concurrentievermogen en de verhoging van de productiviteit, zouden de loonkosten per eenheid product in de private sector tot 2016 immers nagenoeg onveranderd blijven.

Enkel rekening houdend met de door de federale overheid en de deelgebieden aangekondigde begrotingsmaatregelen, met inachtneming van de richtlijnen in verband met de projecties van het Eurosysteem, zou het overheidstekort tijdens de projectieperiode teruglopen, tot 2,0 % in 2017. Om de in het Belgische stabiliteitsprogramma vastgelegde doelstellingen te bereiken, zullen dus extra maatregelen nodig zijn, vooral bij de opstelling van de begrotingen voor 2016 en 2017. De overheidsschuld zou gedurende heel de projectieperiode ongeveer 107 % bbp blijven belopen.