Perscommuniqué - Economische projecties voor België - Najaar 2013

Artikel gepubliceerd in het Economisch Tijdschrift van december 2013

De internationale conjunctuur wordt op dit ogenblik gekenmerkt door een matiging van de groei in de opkomende economieën en een schuchter herstel van de bedrijvigheid in de geavanceerde landen. In het eurogebied kwam er in het voorjaar een einde aan de langdurige recessie en, hoewel de situatie broos blijft en verschilt tussen de lidstaten, zou de bedrijvigheid volgend jaar verder moeten verstevigen. Volgens de projecties van het Eurosysteem zou het bbp naar volume in het eurogebied met 0,4 % krimpen in 2013 terwijl de groei in 2014 op 1,1 % zou uitkomen. De inflatie in het eurogebied zou laag blijven, tegen de achtergrond van een matiging van de prijzen van ingevoerde goederen, met name aardolieproducten, en een beheersing van de kosten van binnenlandse oorsprong, vooral de loonkosten. Ten opzichte van het peil van 1,4 % in 2013, zou de inflatie nog licht dalen, tot 1,1 % volgend jaar; ook de onderliggende inflatie zou heel laag blijven.

Nadat de bedrijvigheid in België gedurende lange tijd stagneerde, tekende zich in het tweede kwartaal van 2013 een herstel af dat zou aanhouden, precies zoals in het eurogebied. Het bbp zou dit jaar naar volume met 0,2 % groeien en in 2014 met 1,1 %. De bedrijvigheid zou dus, gemiddeld beschouwd, trager blijven groeien dan vóór de grote recessie. De huidige voorspellingen sluiten dicht aan bij de in juni 2013 gepubliceerde ramingen.

Gelet op de weinig dynamische buitenlandse afzetmarkten, zou de Belgische uitvoer in 2013 vrijwel niet toenemen, terwijl de invoer zelfs licht zou verminderen, waardoor de buitenlandse vraag positief aan de groei heeft bijgedragen. De Belgische uitvoer zou in 2014 opnieuw ietwat dynamischer worden, in het kielzog van de wereldhandel. Na een ongebruikelijk lange periode sinds begin 2011 waarin ze hun uitgaven afremden, zijn de huishoudens begin dit jaar opnieuw beginnen te consumeren. De versteviging van het vertrouwen en het positieve verloop van hun koopkracht, in de hand gewerkt door de daling van de inflatie, liggen ten grondslag aan de toename van hun consumptie in 2013. Verwacht wordt dat de particuliere consumptie volgend jaar in hetzelfde tempo zal aantrekken als het beschikbaar inkomen van de huishoudens, wat impliceert dat hun spaarquote grosso modo stabiel zal blijven. Ook de investeringen van de ondernemingen hebben in de lente van dit jaar een schuchter herstel ingezet; op jaarbasis zouden ze in 2013 echter nog afnemen, alvorens in 2014 een duidelijker opleving aan te vatten onder impuls van de verbeterde afzetvooruitzichten en de geleidelijke stijging van de bezettingsgraad van het productievermogen. De overheidsuitgaven, ten slotte, zouden zowel in 2013 als in 2014 positief, zij in het beperkte mate, blijven bijdragen aan de groei van het bbp.

Ondanks de voorzichtige tekenen die wijzen op een herstel van de Belgische economie, zou de situatie op de arbeidsmarkt in de nabije toekomst niet veel verbeteren. In de ondernemingen zou het herstel in de eerste plaats worden geschraagd door toenames in het aantal gewerkte uren en in de arbeidsproductiviteit, veeleer dan door nieuwe aanwervingen. Ook de werkgelegenheid bij de overheid zou dit en volgend jaar teruglopen als gevolg van de maatregelen inzake begrotingsconsolidatie op verschillende beleidsniveaus. Na in 2013 met 17 000 eenheden te zijn gedaald, zou de binnenlandse werkgelegenheid in 2014 in totaal slechts zeer weinig toenemen, met amper 2 500 eenheden. Rekening houdend met het verwachte verloop van de beroepsbevolking, zou de werkloosheidsgraad blijven stijgen, tot 9,1 % van de beroepsbevolking in 2014.

De inflatie, die ook in België fors is gedaald, zou in 2013 op 1,2 % uitkomen en in 2014 amper aantrekken (een stijging tot 1,3 %). Dit wordt verklaard door, enerzijds, het dalend verloop van de energieprijzen vanwege de veronderstelde daling van de aardolieprijs en de wijzigingen op de gas- en elektriciteitsmarkten en, anderzijds, de geringe onderliggende inflatie. De beheersing van de loonkosten draagt bij tot een matiging van de inflatoire druk. In de projectie kon geen rekening worden gehouden met de op 29 november jl. aangekondigde nieuwe maatregelen inzake concurrentievermogen.

Gelet op de hypothesen rond de begrotingsmaatregelen, in overeenstemming met de regels die van toepassing zijn op de voorspellingsoefeningen van het Eurosysteem (waarbij geen rekening wordt gehouden met de impact van nog onvoldoende gepreciseerde maatregelen), wordt ervan uitgegaan dat de overheidsfinanciën het jaar 2013 zullen afsluiten met een tekort van 2,8 % bbp, een cijfer dat in 2014 niet zal veranderen.